donderdag 25 januari 2018

Oerkrachten

Nederland was in het westen, de voormalige delta van Rijn, Maas en Schelde een sedimentenland aan de oppervlakte en in de diepte; laagje voor laagje werd het opgebouwd waar de natuur weer haar eigen laag op liet groeien door veenvorming.  Het sedimentatieproces vanuit zee en rivieren is de laatste duizend jaar gestopt. De rivieren liggen in een keurslijf en de zee werd geweerd uit het binnen land. De rivier mag alleen in haar eigen bed wat meanderen  en de zee op bepaalde plaatsen de duinenreeks indringen. Wat eens een rijke delta was is nu het dichtst bevolkte deel van ons landje.
Het gevolg van deze begrenzing is dat de zee en de rivieren verder stijgen en het binnendijkse land zakt, inklinkt, ‘opgegeten’ wordt, veraard. In feite  wordt het van de grote stromende water processen afgesneden en zakt, totdat het water het weer overneemt en het land weer jaarlijks bevrucht kan worden met water en haar sedimenten.


In het Fichtelgebirge is een ander proces gaande, Dat is een erosiegebied en worden de basis sedimenten van klei en zand afgevoerd uit het Middelgebergte, naar de rivierdelta’s . Hier was het eens zo hoog als de Himalaya  en rijkt nu tot maximaal 1000 m.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten