woensdag 25 juli 2018

Voedsel gaat sneller kapot tijdens de hondsdagen

De hondsdagen is een aanduiding van de periode van ongeveer 20 juli tot 20 augustus. De naam is gerelateerd aan het sterrenbeeld Grote Hond. De heldere ster Sirius van dat sterrenbeeld komt dan gelijk met de Zon op en is dan niet te zien. In Nederland en België is deze periode gemiddeld de warmste van het jaar.

In verscheidene landen had men vroeger de gewoonte om honden tijdens de hondsdagen een muilkorf om te doen uit vrees voor hondsdolheid. Zo werd in de provincie Gelderland in 1826 besloten dat honden tijdens de hondsdagen niet los mochten lopen, maar moesten worden vastgelegd.[2] De hondsdagen hebben verder niets te maken met honden, al kan het tijdens een onweer hondenweer zijn. Het woord hondenweer is afgeleid van het oud-Nederlandse woord ondeweer, dat zeer slecht weer betekent. In Duitsland bestaat het woord 'Unwetter', dat noodweer betekent. In het Fries bestaat het woord 'ûngetiid', dat is de zomerperiode tijdens de hooioogst. Tijdens de hondsdagen bederven eten en drinken sneller dan in de rest van het jaar. Vroeger had men, omdat er nog geen koelkasten of diepvriezers waren, meer moeite om etenswaar goed te houden. Daarom is er in het Twents ook nog een gezegde: "Wat men tijdens de hondsdagen spaart voor de mond, is voor de kat of hond".

Bron; Wiki

Geen opmerkingen:

Een reactie posten