dinsdag 16 oktober 2012
het talige digitale universum van het woordmensbeest
In de active en passieve ontmoeting met het omgevende liggen vele mogelijkheden. Het gebruik van taal is nu overheersend. Zaterdag was ik op een familiebijeenkomst en het mensengeluid was oorverdovend al dat gepraat. Twee kinderen zaten daarin stil te twitteren. Mogelijk misken ik de waarde van oppervlakkige small-talks en digitale uitwisseling.
De afhankelijk makende sociale media met hun e-mail, sms, what'sapp, wordfeudchat, twitter en facebook doen het via het electronische woord-zend-beeld. Het leert het zenden en het efficiënt, ad rem en grappig uitdrukken van de kleine persoonlijke mening, Digitale media ontlenen hun betekenis vooral aan het hier en nu, de onmiddellijkheid en de urgentie ervan en zijn ego-manifestaties.
De filosoof Harry Frankfurt spreekt van bullshitgesprekken: het verplaatsen van lucht zonder inhoud. Het digitale babbelen ontmoedigt vooral een face to facegesprek, en vooral het ontmoeten van elkaar op een niet verbale wijze. In mijn korte tijd als Osho-sanaysin was het de gewoonte om bij een ontmoeting elkaars handen vast te houden. Je voerde een gesprek ook via het lichaamscontact.
Turkle stelt in haar boek Alone Together (2010) dat we het echte converseren verleren, omdat we altijd bezig zijn met internet. In het tv-programma Gesprek op 2 stelde ze dat haar volgende boek ‘Back to Conversation’ zou moeten heten. Om conversaties te stimuleren moeten de apparaten uit, op vliegtuigstand desnoods, minstens een uur per dag. Het is de enige manier om verstrooiing en onderbreking te voorkomen, en weer de rust en aandacht voor elkaar op te leren brengen.
Zeker heeft deze zendercultuur ook gevolgen voor het luisteren naar elkaar. Immers je bent zo bezig met het vlotte, snelle en dynamische zenden dat de ander er niet meer toe doet.
Small talk gebabbel op zichzelf dient volgens antropologen om de sociale banden aan te halen. De mens als praatgraag, spelend beestje: hij babbelt, twittert, tettert, schettert er de hele dag op los en vindt dat doorgaans heerlijk. Nou ja wat heerlijk. Ik noem het een digitale verslaving dat ontmenselijkt. Het verleert de blik naar binnen te laten gaan, wie je werkelijk bent, het verleert te zwijgen en om de stilte van het bestaan te ontmoeten. Digitaal gaan is mogelijk ook een vlucht uit het eenzame bestaan. En het voedt vooral dit geouwehoer een digitaal wezen dat het aanstuurt. Het maakt je onbewust toegankelijk voor de arihmanische krachten achter de media! Kortom het maakt onvrij en iets ‘hoereert’ je.
Ga door met al dat oppervlakkige talige universele digitale lawaai, geschreeuw, en gekakel die ook nog de luchtsferen sterk beïnvloeden en daarmee vergeet je wel wat het universum om je heen werkelijk aan het doen is. Het omgevende in een rustige omgeving is voor mij veel interessanter dan dat afleidende woordmensbeest.
'Laten we het maar gewoon onder ogen zien. De meeste gesprekken zijn niet diepzinnig omdat de meeste mensen geen diepzinnige gedachten hebben. Sivonay
Met dank aan den filosofe Stine Jensen, columnist van het NRC Handelsblad, auteur van “De kunst van het Gesprek’, uitgegeven door Kosmos Uitgevers.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten