donderdag 29 augustus 2024

het Land van Ons weer mooi, duurzaam en veelzijdig maken: een mooi initiatief in Groningen met een pingoruine

 Dit is het geheim van het Ei van Onnen, een oeroud meertje uit de ijstijd. 'Het is een pareltje'

Pieter Broesder • Vandaag, 10:00 • Stad



Jan Wittenberg en Bart Koops (rechts bij Het Ei van Onnen: een pingoruïne, een meertje. Foto: Corné Sparidaens

Verstopt in het landschap liggen oeroude bodemarchieven, zogeheten pingoruïnes. Tijdscapsules die een inkijkje geven in ons verleden. Landschapsbeheer Groningen heeft ze in het Gorecht in kaart gebracht. ,,We gaan 10.000 jaar terug in de tijd.’’

Lees meer over

Stad

Tynaarlo

Het is zo’n zomerdag dat je blij bent een jas aan te hebben, zo koud waait de wind als we met Bart Koops (28) en Jan Wittenberg (77) het open veld ingaan. We gaan naar het Ei van Onnen. Zo op het oog een doodgewoon watertje (in een prachtig groen landschap) dat zo wordt genoemd vanwege z’n ovale vorm.

Zwaluwen en libellen scheren over gras en water. Ganzen vliegen gakkend over. Een haas schiet weg. In de verte hoor je auto’s. Een vliegtuig koerst naar Groningen Airport Eelde.

Het meertje is in het midden een meter diep. Foto: Corné Sparidaens

,,Vergeet al het moderne geruis’’, zegt Wittenberg als we er zijn. ,,Knijp de ogen halfdicht en beeld je in hoe het hier ooit was. Woest maar zeker niet ledig. Een landschap vol leven, wild, vogels en wat mensen.’’

10.000 jaar terug in de tijd

,,Hoeveel mensen er waren en hoe lang en waar ze precies verbleven, weten we niet’’, zegt Koops. ,,Wel dat ze er waren. In de pingoruïne zijn resten van verbranding, van houtskool, gevonden van zeker 8000 jaar voor de jaartelling. We vonden sporen van rogge, boekweit en korenbloem. We kunnen reconstrueren wat ze verbouwden en aten.’’

Wittenberg: ,,Dit is een oeroud bodemarchief. Op deze plek gaan we 10.000 jaar terug in de tijd.’’

,,Kijk daar’’, wijst hij enthousiast. ,,Op de kop van de es stond ooit een hunebed. Aan de andere kant, voorbij de bomen en bosjes, ligt ook een pingoruïne. We staan in verbinding met onze voorouders en lopen in de voetsporen van de mensen die hier ooit verbleven.’’

Het landschap is onherkenbaar veranderd

Jan Wittenberg: ,,Drieënhalf jaar zijn we als Land van Ons bezig. Het landschap is onherkenbaar veranderd. De natuur herstelt zich razendsnel. De hekken zijn weg. Er zijn weer zeldzame weidevogels als de kemphaan. We zagen een kieviet met vier jongen. Er is zelfs een lepelaar gezien, een steltloper, een ooievaar, een witwangstern. We hebben een broedplatform voor de scholekster aangelegd. Fantastisch om te zien hoe veel vogels er zijn. Watervogels hebben het watertje ontdekt. Het is geweldig dat we mogen voortborduren op duizenden jaren geschiedenis, de inspanning van onze voorouders. Dit is een prachtplek met een uniek bodemarchief.’’


‘Heuvel die groeit’

Wittenberg is perceelcoördinator van Land van Ons. Dat is een burgercoöperatie die in 2021 26 hectare grond aankocht van een veeboer om er natuurinclusieve landbouw te bedrijven. Het terrein loopt globaal van de Onneresch tot aan de Dalweg en het spoorwegemplacement Haren. Koops is van Landschapsbeheer Groningen. Beide organisaties werken nauw samen.

Bij het Ei van Onnen verklaart Koops wat we zien én wat er was. ,,Een pingo is een kleine bolvormige heuvel die in Nederlands is ontstaan in de laatste ijstijd’’, legt hij uit. ,,We hebben het over zo’n 15.000 jaar geleden.’’

Om water vast te houden is een dammetje aangelegd. Foto: Corné Sparidaens

De naam pingo komt uit een taal van de Inuit in Canada en betekent ’heuvel die groeit’. ,,Dat was het. Stel je voor’’, zegt Koops. ,,Hier was ooit een heuvel die elk jaar groter en groter werd. En dat eeuwenlang.’’

Koops: ,,Door aanvriezend grond- of kwelwater ontstond een enorme bonk ondergronds ijs die de aardkorst als een enorme molshoop omhoog drukte. Toen het ijs smolt, zakte het in en ontstond een cirkelvormige krater: de pingoruïne.’’

Kraters aan het oog onttrokken

Er liggen in Nederland duizenden van dergelijke kraters. Alleen al in Drenthe zijn er vermoedelijk zo’n 2000, vertelt Koops. ,, Ze zijn vooral aan randen van rivierstromen te vinden en op zandgronden, maar je vindt ze ook in Noord-Groningen, bedekt onder een laag zeeklei.’’

Vaak waren ze aan het oog onttrokken door bomen en struiken en lagen ze verstopt onder water. Mysterieuze ronde plekken die soms werden gebruikt als heilige plek. Of waar, zoals in Onnen, dicht bij het water een hunebed werd gebouwd. Die stond op een verhoging in het natte land, die diende als weg van heinde naar ver.

Veel pingoruïnes werden in de loop van duizenden jaren, laagje voor laagje met veen opgevuld. Zo ook die bij Onnen.

Koops: ,,De hele veenlaag is nog aanwezig en is nooit afgegraven. Er ligt een pakket veen van 6 meter dik. Dat is uniek. Deze is nog helemaal intact. Dat is bij andere pingoruïnes wel anders. De meeste veentjes zijn uitgestoken om het veen als turf te gebruiken, als brandstof. Ze waren belangrijk voor de armere boeren.’’

Zo is er heel wat verdwenen.

Het ontstaan van een pingoruïne. Bron: Stouthamer, Cohen & Hoek

Koops: ,,Pingoruïnes zijn vanwege hun geringe omvang en opbouw kwetsbaar voor allerlei beheer- en inrichtingsmaatregelen, zowel in agrarische gebieden als natuurgebieden.


Ze hebben geen beschermde status maar zijn van archeologische, ecologische, landschappelijke en cultuurhistorische waarde. We onderzochten 28 plekken. De helft is een pingoruïne. We doen het onderzoek om ze voor de toekomst te behouden. Daarom ook zoeken we de samenwerking met terreineigenaren zoals Land van Ons.’’

Het Ei van Onnen is 2 hectare groot. In het midden is het 1 meter diep. Het hele veentje op de Onneresch bij Onnen meet zeker 6 hectare.

Zand was de redding

Wittenberg: ,, Boeren uit de omgeving brachten in 1910 een laag zand aan om het terrein geschikt te maken voor beweiding. Dat was de redding. Alles wat in het veen, in het bodemarchief zit, werd veilig onder het zand opgeslagen.’’

Vrijwilligers hebben het afgelopen jaar 22 boringen verricht, met de handboor. Wittenberg: ,,Metersdiep, tot je op de nog oudere bodemlagen komt en weet: verder gaat het niet.’’

Koops: ,,De verschillende lagen zand, veen en leem die omhooggehaald werden zijn nauwkeurig in kaart gebracht. Je kunt zo’n boorkern vergelijken met een spekkoek.” Wittenberg: ,,Dan zie je wat voor een schatkamer het is. Het veen bevat zo veel informatie over de vegetatie- en bewoningsgeschiedenis van de omgeving.’’

Er is nog een reden waarom het Ei zo bijzonder is. ,,Het meertje ligt mooi zichtbaar in het open veld. Deze is dus niet overgroeid met bomen en struiken, zoals de pingoruïne verderop’’, zegt Koops, verwijzend naar Appelbergen.

Maatregelen om inklinken te stoppen

De pingoruïne mag dan wel goed bewaard zijn gebleven maar gaat achteruit. Er is in honderd jaar al een meter ingeklonken door ontwatering. Om dat proces te keren zijn er maatregelen getroffen.

Koops: ,,Onze veldmedewerkers hebben een dammetje aangelegd. Zo blijft het water ook in de zomer in de pingoruïne staan en blijft het veen het beste behouden. Water vasthouden, meer kunnen we niet doen.’’

Waterschap Hunze en Aa’s heeft met de maatregelen ingestemd. ,,Door het waterpeil te verhogen kan het verder inklinken van het veen worden tegengegaan, is de verwachting’’, zegt Wittenberg.

Hij woont aan een doodlopend weggetje in een nagenoeg geheel houten huis dat wegvalt in de omgeving. Hij heeft een magnifiek uitzicht op de es. ,,We wonen hier 22 jaar en in die tijd is er heel wat gebeurd. In het begin was het water er nog niet en stond de omgeving vol met hekken. Het was een melkveebedrijf.’’

Vooral de laatste jaren onderging de omgeving een metamorfose. Koops: ,,Het is een pareltje.’’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten