zondag 18 januari 2015

Omgevings energieroof in de kathedraalbouw tijd; een regressie onderzoek


Op zondag 26 februari 1995 ‘interviewde’ ik H. S. over zijn kathedralenbouw-verleden.
Hij kwam in zijn vorig-leven ervaring als kathedralenbouwervan Toulon in Zuid-Frankrijk, vermoedelijk 12e eeuw, ten tijde van wat hij noemt paus Leo.Hij behoorde tot de orde van de  Benedictijnen en leefde tot zijn dertigste in het klooster. Hij werd uitgekozen om en speciale opleiding te volgen in wat ik zou noemen  de voorbereiding  en leiding over de bouw van een kathedraal.  Hij ervaarde dit als een hele eer om uitgekozen te worden om zo het geloof vorm te geven in de materie. Een groep monniken ging onder bescherming van Tempelierridders op pad naar een opleidingscentrum aan de andere zijde van de Pyreneeën in Spanje.
De vijfjarige opleidng vond plaats in een grote groep van circa 100  Benedictijner monikken, die les kregen van m.n. Tempeliers.
Zijn naam  die hij pas later in het onderzoek noemt is 'Adolfi’.
Dit was het begin van een onderzoekavontuur naar de energetsiche en spirituele achtergronden van de lerkenbouw in de twaalfde eeuw op basis van een getuigenverklaring verkregen door regressie.
Wie heeft overigens zin om dit onderzoek te publiceren?


Hun ‘oude dorpen’.
"Ik heb niet meer een  ‘oud’ dorp  van hen in ons eigenlijke werkgebied gezien, maar wel resten daarvan.  Ik denk dat ze de boel gesloopt hebben en alles meegenomen hebben naar hun andere woonlocaties.  In de bossen zijn heel veel plekken waar ze eerst woonden, doch deze plaatsen zijn heel klein. Alleen een paar resten  herinneren aan hun bewoning en de huizen zijn allemaal weg.  Het zijn altijd woonplekken in het bos waarvan ik er meer dan tien heb gezien.  Ze hadden ook een andere structuur dan de dorpen buiten ons territorium. Wat me opvalt is  dat ze liggen aan doorgaande paden  met vaak een weg door het dorpje en het is allemaal wat opener, niet zo beschermt als in hun nieuwe locaties.  Soms is de onderbouw van de palen nog aanwezig en de vervallen emmer-waterputten, maar niet die je in de nieuwe dorpen aantreft.  Ik heb namelijk daar niet zo’n grote put gezien en misschien hebben ze zo’n grote put ook niet nodig.  Stenen vind je daar wel maar geen druïde hut.  Ik geloof niet dat er altijd zo’n druïde bij was, dat kan ik me niet voorstellen.  Ook tref ik hier weer allemaal gelijkwaardige huizen en wel eens een pleintje in het midden.  De structuren zijn daar dus kleiner en er is geen centraal gebouw en ook geen weg op het oosten en een geconcentreerde  bouw.  Ik heb ze niet allemaal gezien, maar wel tientallen.  Daar liggen ook geen heilige plekken in de gemeenschappen zelf  en die lagen er altijd buiten. Die gaan wij juist gebruiken omdat ze vrijwel altijd op onze hoofdbanen liggen.  Dus rondom de hoofdbaan liggen in de bossen deze oude gemeenschappen. De heilige plek was dan een boom- of een steencirkel, doch  niet beide en de nederzettingen liggen er omheen op maximaal een uur loopafstand.  Meer van die kleine samenscholingen gebruiken één zo’n plek en vermoedelijk trekken ze samen naar de nieuwe woonplaatsen.
Ik heb de indruk dat ze bij elkaar horen, heiligdom en dorpen, als we met één zo’n hoofdbaan bezig zijn en een heiligdom inpikken, want de dorpen worden dan verlaten. Als je met een andere baan bezig bent  één of twee jaar later dan zijn die oude structuren daar nog intact.
Kijk als je die plekken gaat gebruiken voor de kathedraalbouw begint de energie naar de kathedraal te stromen en verliezen de cultusplaatsen hun functie omdat ze hun kracht verliezen die daarvoor, daar bleef.  Zo’n bewoning structuur verdwijnt vanzelf is onze indruk. Tijdens de opleiding  is ons niets verteld dat je door dit werk te doen negatief beïnvloed kan worden.

Ik heb hun nieuwe heiligdommen buiten ons gebied niet bezocht want ik heb  ze namelijk nooit kunnen vinden. Ik heb ze verwacht te kunnen vinden  maar ik denk dat ze goed verborgen zijn.  Ondanks dat ik toch ook heel wat wegen afgelopen heb; bij de kruidencomplexen, de weidegronden, maar ik vind geen strukturen die ik ken. Ik denk dat ze het mij niet  mochten laten zien. Ik heb er wel eens naar gevraagd maar zoals gewoonlijk krijg ik  geen antwoord. "


Geen opmerkingen:

Een reactie posten