donderdag 9 augustus 2018

elfen nieuws

De elementalen zelfs ook in de NRC van een paar dagen geleden! 


Als een elf in IJsland wil verhuizen, dan helpt de overheid een handje

Volgens de legendes wonen onder rotsen als deze elfen. Foto Getty Images
Een IJslander denkt wel twee keer na voor hij tijdens een wandeling op een grote steen gaat staan. Je weet nooit of je op het huisje stapt van een elf, die ze hier doorgaans het ‘verborgen volk’ noemen: huldufólk. Dat zijn een soort mini-mensen, die net als wij gebaard zijn door hun moeder, verliefd worden en ooit doodgaan. Ze kleden zich ouderwets en kunnen net zo groot worden als een kind van zeven.
Is dit een grap? „Nee, daar is bewijs voor”, zegt Magnus Skarphedinsson tegen de drie Amerikaanse en twee Canadese toeristen, die deze middag les krijgen in de ‘elfenschool’.
De school, waar je vier uur lang leert over het belang van elfen voor de IJslandse cultuur, is eigenlijk een woonkamer van een muffig huis dat vol met beeldjes van buitenaardse figuren staat. Een verdieping hoger wordt gewerkt aan een elfenmuseum.
De oprichter van de school, de 63-jarige Skarphedinsson, is een bekende IJslander. Hij reisde de wereld af om honderden getuigenissen te verzamelen van mensen die menen elfen, engelen, trollen en aliens te hebben ontmoet.
Ik weet dat elfen niet bestaan maar ik doe toch mijn best om ze in stand te houden, hierdoor bestaan ze eigenlijk toch
Thorgnyr Thoroddsen (36), actief voor de Piratenpartij in Reykjavik
Vooral in zijn eigen land valt er veel te onderzoeken. Er gaan verhalen rond van IJslanders die ooit een nacht hebben gelogeerd bij een elf. Zelf heeft Magnus Skarphedinsson ze nog nooit gezien. Alleen mensen die een soort ‘zesde zintuig’ hebben en er geestelijk open voor staan, kunnen dat, zegt hij. „We hebben wel ander bewijs dat ze bestaan.” Hij is nog niet de kamer uit of de aanwezigen beginnen te smoezen. „Leuke man, maar ik geloof niks van wat hij over de elfen zegt” – is de consensus. Een halve minuut later komt Skarphedinsson terug met een verroeste witte pan – die iemand ooit als cadeau van een elf zou hebben gekregen. De studenten mogen de pan een voor een vasthouden.

Parlementariër gered door elfen

Nu is het makkelijk om lacherig te doen over het verhaal van Skarphedinsson, en de laatste jaren is het stigma rond het echt geloven in dit soort elfen voor IJslanders ook groter geworden, maar Skarphedinsson is niet de enige IJslander die overtuigd is van het bestaan van elfen. Een aantal jaar geleden beweerde Arni Johnsen, een parlementariër van de grootste partij in IJsland, na een zwaar ongeluk te zijn gered door elfen. Toen hij in zijn SUV over de kop ging en tóch goed terechtkwam, was dát de verklaring voor zijn landing.
Twintig jaar geleden zei 54 procent van de IJslanders in elfen te geloven. Uit een onderzoek van de Universiteit van IJsland uit 2007, het laatste dat hierover beschikbaar is, blijkt dat het geloof is afgenomen: 8 procent zei zeker te weten dat elfen bestaan, 17 procent zei dat ze waarschijnlijk bestaan en 37 procent zei dat het mogelijk is dat elfen bestaan.
 
Al decennialang zijn er groepen IJslanders die boos worden als er een nieuwe weg moet worden aangelegd – vooral als daar grote stenen, waar de elfen in wonen, voor verplaatst moeten worden. Een nieuwe weg zou de leefomgeving van honderden of duizenden elfen vernietigen. In 1982, toen de Amerikanen een militaire basis wilden openen in IJsland, liepen er om die reden zo’n 150 elf believers een mars tegen de komst van de basis, die er uiteindelijk toch kwam. Eens in de zoveel tijd zijn er opstanden, van belangenbehartigers voor elfen die samen met milieugroepen als Friends of Lava de aanleg van een weg jarenlang kunnen uitstellen.
De IJslandse overheidsinstelling die verantwoordelijk is voor de meeste wegen in het land bevestigt dat er soms rekening wordt gehouden met elfen, zegt woordvoerder Pétur Matthiason desgevraagd. „We houden met alles rekening: de natuur, het verkeer en veiligheid”, vertelt hij, „en als iemand ergens problemen mee heeft vanwege elfen, dan kijken we daar ook naar, omdat het onderdeel is van ons cultureel erfgoed.” Hij noemt als voorbeeld dat ze een keer een rots van meer dan tachtigduizend kilo hebben verplaatst, omdat daarvan gezegd werd dat er elfen in woonden die verhuisd wilden worden. „Het was mogelijk en niet duur.” Matthiason verwijst naar een memo geschreven in 1998, herzien in 2007, die vaker naar journalisten is verstuurd. „We kunnen niet ontkennen”, staat er, „dat het geloof in het bovennatuurlijk regelmatig tot zorgen kan leiden bij bewoners en met hun mening wordt rekening gehouden, net zoals met die van anderen.”
Begin met IJslanders over elfen en er zal niemand zijn die z’n schouders ophaalt
Een IJslandse vrouw, Ragnhildur Jónsdóttir, staat bekend als de elfenfluisteraar. Ze zegt dat ze elfen kan zien en met ze kan praten. Tijdens IJslandse bouwprojecten kan ze worden ingehuurd om de elfen te vragen wat ze van een mogelijke verhuizing zouden vinden. Dan staat ze dus tegen een groep stenen te praten en zegt ze daarna bijvoorbeeld dat de elfen akkoord zijn gegaan met de aanleg van een weg, mits ze naar een bepaald deel van de stad worden overgeplaatst.

Het is begonnen bij de Vikingen

Elfen zijn lief, vertelt Skarphedinsson op de elfenschool, tenzij je ze slecht behandelt. Elfen kunnen ook boos worden als je geen rekening met ze houdt. Sommige bouwvakkers durven daarom niets te bouwen in een plek waar mogelijk elfen wonen, uit angst een been te breken. Dat verklaart ook waarom IJslanders die niet geloven, toch de kleine moeite nemen en voor de zekerheid om die grote steen heen lopen.
Het geloof van IJslanders in elfen wordt gezien als iets bijzonders, iets onschuldigs. Het doet denken aan een uit de hand gelopen geloof in een folkloristische figuur – alsof het volwassenen zijn die in Sinterklaas geloven. Het onderwerp maakt veel los. Begin met IJslanders over elfen en er zal niemand zijn die z’n schouders ophaalt. Of ze zeggen dat het onzin is, óf ze springen op van vreugde en vertellen trots te zijn op dit onderdeel van hun cultuur.
Elfen werden zo’n duizend jaar geleden, in de tijd van de Vikingen, in gedichten geïntroduceerd bij het IJslandse volk.
 „De elfen en IJslanders zijn op een gekke manier afhankelijk van elkaar”, zegt Thorgnyr Thoroddsen (36), actief voor de Piratenpartij in Reykjavik. „Ik weet dat ze niet bestaan maar ik doe toch mijn best om ze in stand te houden, hierdoor bestaan ze eigenlijk toch.” Hij praat over zijn opa, die hem vroeger vertelde dat hij een elf als beste vriend had. Veel IJslanders hoorden dit soort verhalen op de schoot van hun grootouders. „Ik geloofde dat echt en hij ook.” Er wordt zo veel over gepraat, zegt Thoroddsen, dat je gewoon denkt dat ze bestaan tot je ouder wordt en je er serieus over nadenkt. Het IJslandse geloof in elfenverhalen zegt volgens hem ook iets over de overweldigende IJslandse natuur. Er borrelt heet water uit de IJslandse grond, de wind kan mensen omver waaien, de imposante gletsjers, de ruige kusten – je bent hier als mens aan ondergeschikt. Het kwam vroeger weleens voor dat iemand tijdens het rijden in het donker verongelukte of van een klif afviel en nooit meer terug werd gevonden. „Oudere IJslandse generaties leerden goed op te letten tijdens het rijden, anders zouden de elfen je meenemen. Zo leerde je als kind hier dat de natuur onafhankelijk is, en sterker kon zijn dan jij.”
Aan het einde van de middag staat de Amerikaanse Deb Grundahl, een van de leerlingen van de elfenschool, na de les weer buiten, met een elfencertificaat in haar hand en 54 euro armer. De 63-jarige Grundahl is lerares op een katholieke school in Waunakee, een dorp in de staat Wisconsin. Wat vond ze van de middag? „Ik geloof ook in God en praat soms tegen hem, dat geeft me een fijn gevoel, al heb ik hem nog nooit gezien”, zegt ze. „Als je het op die manier bekijkt is het geloof in elfen hier niet zo heel gek.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten