donderdag 2 mei 2019

Waarheen met ik, jij, gij?




Een oude collectieve mensheidsfase: Wij en ik
Binnen de Afrikaanse filosofie bestaat het idee van een collectieve energie van het leven, een vitale kracht. Die stroomt hiërarchisch van God, naar subgod, naar voorouder, naar mens, naar de hele natuur. Deze hiërarchische ordening van het universum zorgt ervoor dat alles met elkaar in verbinding staat. Het sociale leven wordt ook door dit idee gekarakteriseerd; je bent altijd onderdeel van een groter geheel, van een gemeenschap. Als je je daarvan afzondert of daartegen keert, dan ontstaan symptomen van een depressie. 

Overigens het woord ‘depressie’ kent men in Afrika niet een gelijk inhoudelijk woord. Wel woorden voor de symptomen daarvan zoals neerslachtigheid, verlies van interesse in de dingen en afzondering.

In de Afrikaanse overtuiging is ‘depressie’ een verstoorde relatie van de persoon met het geheel.  Genezing is daar een allesomvattend, holistisch proces, dus dat gebeurt publiekelijk. Er wordt gegeten, gedanst, er worden rituelen uitgevoerd, er wordt plezier gemaakt, al of niet bijgestaan door een sjamaan.  Het helingsproces is erop gericht de verbroken verbintenis tussen de gemeenschap en de persoon te herstellen dat vitale energie weer kan stromen. Want daar leeft nog het idee altijd onderdeel te zijn van een groter geheel.  In dat gedachtengoed is het hoogst haalbare voor iemand dan ook om een positieve relatie te hebben met de mensen om zich heen, ‘vriendelijkheid, compassie, zorg voor anderen, tolerantie; dat zijn waarden die heel belangrijk zijn. Het gemeenschappelijke leven is de basis, daar komt alles uit voort. Dat maakt je tot wie je bent en niet je persoonlijke successen.

Ik en geen wij
De focus in de Westerse maatschappij ligt op het individuele: persoonlijke doeleinden behalen, succesvol zijn, iets bereiken als persoon; dat maakt je tot wie je bent. Het ‘ik’ neemt een hele prominente plek in binnen het westerse denken. Dat komt onder andere voort uit het gedachtengoed van belangrijke westerse filosofen zoals Immanuel kant, Thomas Hobbes, René Descartes.
Ik denk dus ik ben’, zei Descartes.  Hij maakt daarmee onderscheid tussen lichaam en geest en hij stelt het menselijke denkvermogen voorop, het ‘ik’ staat centraal. Als Descartes Afrikaans was geweest, had hij eerder gezegd: ‘Jij bent, dus ik ben.’ Of ’Ik behoor tot een gemeenschap, dus ik ben’. Het een staat niet los van het ander. Autonomie en individualiteit zijn van minder groot belang als de gemeenschap voorop staat.

De Westerse maatschappij kan van de Afrikaanse filosofie leren door minder nadruk te leggen op het mentale, op het denken. Lichaam en geest zijn een.
In het Westen wordt depressie behandeld met therapie en medicijnen. Het wordt gezien als iets wat je zelf oplost, in je eentje of met een therapeut, die een geheimhoudingsplicht heeft. Maar als je daarnaast een geïsoleerd leven leidt en niet in contact stat met mensen om je heen, wat verandert er dan? Word je niet een mens door andere mensen? Afzondering en isolatie vormen een broedplaats voor depressieve gevoelens.  Mogelijk kan een focus verplaatsing van individuele doelen behalen naar zorg voor elkaar ons helpen. Minder ik, meer wij.
  
vervolg zie vervolg blog

Geen opmerkingen:

Een reactie posten