10
koppige Slavische draak
Draken
en lintwormen in het Fichtelgebirge
Ik had een gesprek met dr. Bernd Thieser, een historicus
die goed ingewijd is in de oudste geschiedenis van het Fichtelgebirge en haar
sagen. Het gespreksthema was draken. Hij spreekt hier liever over ‘lintworm’
dan over de meer gevleugelde draak. De meerkoppige in de aarde levende
vuurslangdraak, die onsterfelijkheid kenmerken heeft, terwijl ‘draak’ meer een
globaliseringterm is en niet lokaal. In het gebied van het Fichtelgebirge komen
zeer weinig sagen voor over ‘draken’. De
auteur Schonwerd heeft de sagen beschreven in de Oberphalz. Thieser schat dat
van de 4000 sagen er maar 20 gaan over ‘draken’. Nog geen half procent! De
verhalen gaan niet over het bewaken van schatten, doch dat ze heksen
begeleiden. Beter gezegd de heksen legden contact met de drakenenergie in de
aarde waar ze hun vrouwelijke pool uitwisselden met de mannelijke vuurdraakpool
van de matriarchale Aarde. Ze wisselden zo energie uit. Heksen die vaak ook in
de sagen worden bestempeld als veroorzakers van ziekten, plagen en bederf van
landbouwproducten. De negatieve kant van het Oer, de zwarte kant, de
destructie.
Aardeplundering
Fränkische
Panzerreiter mit Drachenstandarte, Miniaturmalerei, Goldener Psalter von St.
Gallen, Stiftsbibliothek St. Gallen, zweite Hälfte 9. Jahrhundert
Dit gebied is destijds door de Franken
ingenomen rond 800. Zij waren zeer macho en ‘Pantserreiter”, geharnaste ridders
die de matriarchale Indo-Europese cultuur om zeep hebben geholpen. Ook in
Nederland hebben ze de Friezen en Saksen gekoloniseerd. Voor hun oorlogvoering
hadden ze veel ijzer nodig wat hier rijkelijk voorhanden was en hun
vestigingsplek keuze bepaalde. Toen is in feite begonnen dat de natuurlijke
hulpbronnen in dit gebied werden ‘geplunderd’. Het begon met ijzer, toen zink
toen goud en zilver. Later bouwmateriaal zoals graniet en de oerbomen. Thieser
noemt het hier een ‘durchwultes Gebiet’. Aan de buitenkant zou je dat niet
zien, maar er is wat gedolven. Slechts weinigen zullen beseft hebben dat je ook
wat terug moet geven voor je eigen gemoedsrust, anders gaat het gebeid zich
wreken. In Wunsiedel heeft rond 1450 een goedmaker een Spital, hofje gevestigd
als mogelijke tegenprestatie van z’n grove mijnbouwwerk.
Christelijke
archetypen die de ‘draak bestreden’ De Franken die zich in dit lege gebied vestigden,
rooiden de oerbossen en vergrepen zich aan de bodemschatten. De kerken die ze
bouwden kenden drie heiligen die ze eerden, die strijdkenmerken droegen: George
(Sint Joris), Martin (Martinus) en Michael. Hij noemde niet Margriet die ook
veel genoemd wordt op plekken waar de draak is verslagen. In het Fichtelgebirge
tref je George alleen aan hier in Schirnding maar net buiten het gebeid in
Oberndorf (Georg), Pullenreuth (Martin) en Mochersdorf (Michael) De ridders
zoeken een krachtplaats op om zich daar te vestigen. Ze bouwden niet alleen een
kasteel zoals hier in Schirnding een waterslot, maar ook een slotkapelkerk.
Hier in Schirnding is deze romaanse kerk bij de laatste dorpsbrand in de laat
19e eeuw verbrand.
De
bergen en grote geesten De bergen hebben hier de oudste wezens in de vorm van berggeesten. Je
treft hier dan ook bergen aan waar grote heersernamen aan verbonden zijn. Karel
de Grote en koning Salomo met de Schneeberg. Daar dit een inwijdingsgebied was
zal Karel de Grote vrijwel zeker hier een deelinwijding hebben gehad. Maar de
berginwijding moet veel ouder geweest zijn. In Westfalen is nog een berg waar
een sage van Barbarossa aan verbonden is. Bergen die letterlijk een overzicht
geven, geheimen kennen in de onderwereld en grote berggeesten. Allen aspecten
waar heersers mee omgingen.
De
lintworm van Schirnding Hier in Schirnding is het oude dorp niet op een hoge berg gevestigd maar
op een draakvormige hoogte midden in het Roslau dal. De kop van de draak is op
het oosten gericht en daar stond het waterslot op. Iets hoger was de slotkapel
gebouwd; de toren als lans in het drakenlichaam Aarde. De Slaven die dit gebied
ook hebben gekoloniseerd noemde een hoogte een ‘kulm’ of ‘glum’; een Hoogte die
belevendigd is. De Franken riepen hun christelijke heiligen aan, die de
oerkracht in de aarde kon temmen, zoals de ridder Georg, Het heilige dat het
beheerst en de ridders hebben dan de heerskracht over een gebied. In elk geval
is volgens Bernd de naam Schirnding zeer oud. Het is de enigste ‘ing’ naam in
dit gebied en gaat terug tot in de Germaanse/Merovingische tijd. Vlak bij Eger
is nog een ‘ingplaats’. Schirnding ligt ook vlak tegen het Egerbecken aan, een
gebied met actief vulkanisme en behoort tot de meest actieve vulkanische
gebieden in Europa. Een subtiele sfeer die zeer voedend is voor de draken die
juist in het magma leven. Draken, ja die draken met hun eieren in de ondergrond
, plasmabollen met ‘eeuwig leven’ en drakenbloed dat onsterfelijk maakt, zoals
in de Siegfried sage wordt vermeldt. Bloedriten zijn Indo-Europees; baden in
bloed, drinken van bloed, bloed offeringen en bloedbroederschap. In het Duits
is nog een uitspraak:: Blut ist dicker als Wasser’, om daarmee aan te geven dat
het meer belevendigde inhoud heeft. Verduiveling In elk geval is weinig meer
door het christelijke filter over lintwormdraken overgeleverd. In de waarneming
zijn ze er nog zeker wel en voorchristelijk werden ze ook geëerd. De
Verteufeling heeft hier ook veel plaatsgevonden en we gaan samen deze plaatsen
eens bezoeken. Waar ze een kruis hebben geplaatst, een kerkgebouw hebben
geplaatst zoals bij Kappel of als de krachten te sterk waren ze de plek hebben
gedemoniseerd tot bijvoorbeeld duivelsteen.
Bevrijdingsrite Maar hoe zit het nu met het dorp
Schirnding? De lintworm is vastgenageld in de ondergrond door een christelijke
vloek. In de ondergrond is een Oerkracht bol aanwezig die niet naar de
bovengrond kan stromen. Zelfs de vernietiging van het kasteel, een dorpsbrand
in de 19e eeuw heeft de vloek niet kunnen verdrijven. Alleen een bewust
herkennen kan de krachten vrijmaken en dat is de taak van een geomant. Wat me
opviel dat hier in Schirnding al van oude tijden in de Steentijd een staande
steen heeft gestaan op de kop van de lintworm. Een driekoppige witte lintworm.
Een gast bij mij vond in het Roslau dal een prachtig vuurstenen gereedschap,
dat mogelijk een offer kan zijn. De Kelten hebben hier niet een heiligdom
gehad, maar wel de Germanen: een Odinplek in de vorm van een boomkring. Ik
verbaasde me al erover dat juist hier zoveel raven rondvlogen en nabij
nestelden. Nu is de lintworm vrijer en zijn tegenpool de zwarte draak minder
agressief. Nu kan de Oerkracht worden gebruikt om het dorp weer tot leven te
brengen. En juist de laatste tijd komen verschillende nieuwe impulsen op mijn
pad. Maar zien wat dat brengt in dit mooie oude grensdorpje! En ik begrijp waar
de Oerkracht in m’n hof plaats vandaan komt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten