Later in de avond ga ik naar het bos ten noorden van m’n
woonplaats. Een sparren-dennenbos in het middelgebergte. Loop nu eens naar een
onbekend stuk gebied. Plots sta ik stil en m’n intuïtie merkt op ‘weerwolven’.
Niet verschrikt zag ik menshoge wolven me aankijken. Herinneringen over samenwerking
met wolven in sjamanistische oertijden in Noord Europese regio’s komen boven. Liep
door en zag een roedelleider wachten. Loop weer door en kom bij een jachtplek.
Jagers hebben daar hun schietzit bij een plek waar een klein riviertje loopt en
een drinkvijver. Wat verder kom ik een
bosvijver tegen, zeer idyllisch gelegen maar het voelt niet oké. De ondergrond
past iets niet en ik zie een sparrenboom met een groot gezwel.
Ik merk dat de wolven negatief zijn geworden door menselijke
interactie in de hussieten oorlog, eerste helft 15e eeuw. Eertijds zocht de mens kameraden in de
dierenwereld om hen te helpen in de strijd. Strijddieren zijn het hier. Al erover
nadenkende realiseer ik me dat ze ook weer bij hun oorspronkelijke aard
gebracht kunnen worden. Sociale roedel dieren.
Een wolf liep al enige tijd aan m’n rechterkant mee en het had rode
ogen. Door de bewuste interactie worden de wolven weer kleiner, spelend en
plots zie ik de grote Odinreus verschijnen die z’n wolven komt halen. Een
roedeltje loopt bij me en ik accepteer alleen dat ze beschermend werken. Thuisblijven
ze echter wel buiten.
Negativiteit kan vele vormen krijgen. Door onverwerktheid,
in tijden van crisis, van extremen maar ook door gebruik van leven nemende
middelen zoals bijvoorbeeld een chemokuur. De metalen kunnen je door hun aard
in de negativiteit brengen. ‘Wees mild tegen hen’, zegt m’n vriend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten