vrijdag 29 augustus 2025

vogelwalhalla Nederland

 

Hoe Nederland een paradijs werd voor exotische vogels

Nederland is het vogelwalhalla van Europa: nergens leven zoveel exotische soorten als hier. Hoe kan dat, en is het reden tot zorg? ‘Als iets exotisch is, wordt het snel geassocieerd met schadelijk.’
Dit artikel is geschreven door
Trouw, 29.8.2025
Het bruist rondom de Kralingse Plas in Rotterdam, en dit keer niet van de menselijke activiteit. Het is tropisch warm, maar een doordeweeks dag. Op de paden begeeft zich daarom slechts een handvol overmoedige wandelaars en hardlopers. Nee, het leven komt vandaag vanuit het groen. Vanaf de grasperkjes rondom het meer klinkt opgewonden gegak en uit de bomen stijgt vrolijk gekwetter op. Het zijn nijlganzen en halsbandparkieten.
Hoewel het (straat)beeldbepaalde vogels zijn in Rotterdam, die er rondvliegen alsof de stad van hen is, horen ze hier eigenlijk niet te leven. Nijlganzen en halsbandparkieten zijn exoten. De gans komt oorspronkelijk uit Afrika, de parkiet uit de Sahel en Zuid-Azië. Toch leven er tienduizenden exemplaren van beide soorten in Nederland.
Vanwege hun aantallen en hun kleurrijke verenkleed springen deze twee exoten nogal in het oog. Maar ze zijn niet alleen. In 2020 concludeerde Sovon Vogelonderzoek dat er in Nederland meer dan 250 soorten vogelexoten in het wild zijn vastgesteld. Een aantal van die exotische vogels is het gelukt om in Nederland te broeden en zo een gevestigde populatie te ontwikkelen, zegt Albert de Jong, woordvoerder bij Sovon.Per jaar kan het verschillen hoeveel soorten er broeden. “Soms zijn het er dertien of veertien, soms zestien. Het schommelt rond de vijftien.”
Ten opzichte van andere Europese landen is dat veel. Daar hebben tussen de een en negen exotische vogelsoorten zich permanent gevestigd, zegt De Jong. Zo is Nederland ruimschoots koploper en min of meer het Avifauna van Europa. Voorbeelden van exotische vogels die Nederland inmiddels als thuishonk claimen zijn de grote en kleine Canadese gans, de rosse stekelstaart en de casarca.

Vogels kunnen meeliften met het vrachtverkeer

Volgens André de Baerdemaeker, stadsecoloog bij Bureau Stadsnatuur, is er een aantal redenen waarom hier zoveel exotische vogelsoorten voorkomen. “Nederland is een knooppunt voor internationaal vrachtverkeer”, zegt hij. Diersoorten kunnen dus meeliften. In ballastwater of gewoon aan boord, zoals huiskraaien uit India deden.
“Die vlogen aan boord van zeeschepen en zaten gewoon in de mast van het schip. Ze lieten zich voeren door de bemanning. Want al die maanden op zee, dan is zo’n vogel die gezellig dichtbij komt ook wel leuk natuurlijk.” Het gevolg was dat enkele tientallen huiskraaien zich in Hoek van Holland vestigden.
Verder stammen veel vaste exotische vogels af van uit gevangenschap ontsnapte dieren. “Dat is eigenlijk de voornaamste route”, zegt De Baerdemaeker. “We zien iedere eerste voorjaarsdag van het jaar overal grasparkieten, valkparkieten en zelfs ara’s rondvliegen. Omdat het raam openstaat, ze de kooi uit vliegen, naar buiten gaan, de weg naar huis niet meer weten en blijven rondvliegen. De meeste vogels komen jammerlijk aan hun eind. Maar een aantal soorten heeft de juiste skills om stand te houden.”

Ontsnapt uit watervogelcollecties

Zoals halsbandparkieten. Die ontsnapten al in de jaren zestig. Ze broedden voor het eerst in 1968 in Den Haag, maar de populatie explodeerde pas in de jaren negentig. Volgens de meest recente telling van Sovon leven er nu zo’n 28.000 halsbandparkieten in Nederland. Daarnaast stijgt het aantal grote alexanderparkieten sinds een aantal jaren rap: van 58 exemplaren in 2010 tot 985 in 2025.
Ook zijn veel exotische vogels afkomstig uit watervogelcollecties, zegt De Baerdemaeker. De nijlgans, bijvoorbeeld. Ook die begon zich vanaf de jaren zestig over Nederland te verspreiden. Inmiddels leven er hier zo’n 40.000. Andere voorbeelden zijn de carolina-eend (uit Noord-Amerika), mandarijneend (China) en Indische gans (Zuid- en Centraal-Azië).
Er is volgens De Baerdemaker nog een laatste verklaring voor het hoge aantal exotische vogels in Nederland: het feit dat dit een waterrijk, vogelvriendelijk land is. “We hebben een klein landje waar ontzettend veel vogels bij elkaar zitten. Je kan geen minuut naar buiten kijken zonder een vogel te zien.” De leefomstandigheden zijn hier voor veel vogelsoorten aangenaam, ook voor exoten.

De halsbandparkiet vervult een ecologische niche

Dan de hamvraag: kan het kwaad dat Nederland zoveel exotische vogels herbergt? Volgens Albert de Jong van Sovon niet per se. “Dat is een beetje mijn frustratie. Als iets exotisch is, wordt het snel geassocieerd met schadelijk. Er zijn eigenlijk weinig voorbeelden van exotische vogels in Nederland die daadwerkelijk een gevaar vormen voor andere soorten.”
Zoiets is overigens zelden zwart-wit. Neem de halsbandparkiet. Die vervult een specifieke ecologische ‘niche’, zegt De Jong. Inheemse parkietachtigen zijn er immers niet in West-Europa. Plus: er is hier genoeg voedsel te vinden. Net als nestholten om jongen in groot te brengen.
Maar uiteindelijk concurreren ze wel met inheemse vogels. “Ik heb gezien dat ze jonge kauwen van het nest trekken en eruit werpen”, zegt Janneke van der Loop, invasieve-exotenexpert bij het Nederlands Expertise Centrum Exoten. “Op een gegeven moment krijgen inheemse soorten daar last van.”

De agrarische sector is niet blij met de nijlgans

Een plant- of diersoort wordt wettelijk gezien als een invasieve exoot als die voor schade zorgt, zegt Van der Loop. “Aan de biodiversiteit, aan de economie of aan de volksgezondheid.” Invasieve exoten kunnen volgens de definitie die de Nederlandse overheid hanteert alleen uit andere continenten komen. “Ook al zijn er ook Europese soorten die zich invasief kunnen gedragen.”
Nijlganzen zijn een invasieve exoot, wat ook betekent dat ze bestreden (afgeschoten) worden. “Dat heeft niet zozeer met concurrentie met andere soorten te maken”, zegt De Jong, “maar met het feit dat de soort voor schade in de landbouw zorgt. Ze eten veel gras, dat vindt de agrarische sector niet leuk.”
Ook de huiskraai is een invasieve exoot: volgens de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit zorgen ze voor overlast voor mensen en ongewenste concurrentie voor inheemse dieren. De tientallen exemplaren uit Hoek van Holland zijn vanaf 2013 uitgeroeid.

Invasieve exoten zijn niet het probleem

André de Baerdemaeker vindt het hypocriet dat invasieve vogels ‘de zwartepiet toegespeeld krijgen’. “Wij brengen de ecosystemen hier aan het wankelen en gaan vervolgens wijzen naar invasieve exoten als probleem”, zegt hij. “Ik snap dat een invasieve indringer niet helpt wanneer je een kwetsbare soort in stand probeert te houden. Maar als men het fanatisme waarmee men exoten bestrijdt aan de dag zou leggen om andere ecologische problemen op te lossen, dan zouden we een stuk verder de goede kant op gaan.”
Bovendien is het arbitrair wát een exoot is. Fazant werden bijvoorbeeld duizenden jaren geleden door de Romeinen vanuit China naar Nederland en Europa geïmporteerd voor de jacht, zegt De Baerdemaeker. Volgens Sovon bedraagt de winterpopulatie nog altijd 50.000 tot 100.000 exemplaren. De fazant is ‘de enige ingeburgerde exoot’, zegt De Jong. De vogel wordt wettelijk beschermd, net als inheemse vogels.
Maar de stadsduif, een gedomesticeerde versie van de rotsduif, afkomstig uit Zuid-Europa en Centraal- en Zuid-Azië, komt ook al sinds de Romeinse tijd voor in Nederland. Volgens De Baerdemaeker werden ze gegeten en jarenlang gehouden voor de duivensport. Alleen wordt de stadsduif niet als inheemse soort beschouwd en dus niet wettelijk beschermd. “Het is een classificering die wij als mensen aanbrengen. Dat is arbitrair”, erkent De Jong.

Klimaatvluchtelingen zetten ons voor een filosofisch vraagstuk

Die vraag wat inheems is en wat is exotisch zal de komende jaren blijven spelen. Volgens De Baerdemaeker is het ‘gouden tijdperk van exotenverspreiding’ voorbij, omdat de aandacht voor natuur, biodiversiteit en exoten is gegroeid. Het tijdperk der ‘klimaatvluchtelingen’ is aanstaande, denkt hij: vogels zullen vanuit Zuid-Europa hierheen trekken, omdat het klimaat ze meer aanstaat.
“Een voorbeeld daarvan is de Cetti’s zanger. Die wordt niet als invasieve exoot bestempeld, omdat-ie op eigen kracht hierheen komt. Die verlegt op natuurlijke wijze zijn leefgebied. De discussie die dan ontstaat is: klimaatopwarming is een door de mens ontstaan effect, dus moeten die nieuwe soorten dan als onnatuurlijk gezien worden of niet? Dat is eigenlijk een heel filosofisch vraagstuk.”
Die vraag zal vermoedelijk pas over jaren worden beantwoord. Maar, logischerwijs, niet door de vogels bij de Kralingse Plas. Die hebben het voorlopig druk met wat anders: het stijgende kwik. De meeste nijlganzen zijn naar de schaduw of het water verplaatst. Zelfs de halsbandparkieten laten zich niet meer zien. Maar horen? Dat wel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten