zondag 17 augustus 2025

de levende stenen ziel van Twente

 

Onderzoeker en schrijver Willy Berends bij de koepel op de Tankenberg waar volgens hem de geschiedschrijving van de stam Twente begint.
Onderzoeker en schrijver Willy Berends bij de koepel op de Tankenberg waar volgens hem de geschiedschrijving van de stam Twente begint. © Robin Hilberink

Schrijver Willy Berends levert ‘keihard bewijs’: Twente is een stam

Willy Berends beschrijft in zijn nieuwste boek de Twentenaren als de laatste stam van Nederland. Het werk omvat de afgelopen 2000 jaar van die stam en weegt een kilo. De Enschedeër voelt zich deel van de stam Twente. „Ik wil alleen nog naar onszelf luisteren”, zegt hij. Maar dan slaat hem de schrik om het hart...
Tubantia, Frank Timmers  

Je kunt het beste met Willy Berends praten op de Tankenberg bij Oldenzaal. Hier stond heel lang geleden een tempel. De Romein Tacitus schreef 14 na Christus dat de stam Tubanti op deze plek de godin Tanfana vereerde. Dichtbij lag een offersteen van bijna 8000 kilo, die later naar het centrum van Oldenzaal is verplaatst. Daar ligt ze nog steeds. Die steen staat op de voorkant van De laatste stam.

Het magische begin

Met het boek op schoot zit hij op de koude keien van de koepel die hier staat. Ook Marcel Waanders en Olaf Visscher zijn erbij. Berends heeft geen rijbewijs en zij hebben hem bij zijn zoektocht naar de wortels van de stam overal naartoe gebracht. „Het was als een avontuur uit een jongensboek”, zegt Visscher. „Het was alsof ik als Sam met Frodo van Lord of the Rings meeging”, zegt Waanders.
Berends kijkt uit over de groene omgeving en vertelt van de bronnen die hier zijn en van de 35 leylijnen die hier samenkomen. Leylijnen zijn onzichtbare banen die historische of spirituele plekken verbinden. Berends is deze energiebanen zelf gaan voelen.
Zo kan hij zich verbeelden hoe het vroeger was. Berends beschrijft dat hij nu een vrouw voor zich ziet die ooit in de tempel hier een gouden beker gebruikte om te offeren. Hij bladert door zijn boek en laat een afbeelding van die gouden beker zien. Voor Berends is deze magische plek het begin van de geschiedenis van de Germaanse stam Twente.

De missie

In 2014 ontdekte Berends dat maar weinig mensen wisten dat Twente in ieder geval al 2000 jaar bestaat. Daarom wilde Berends een boek schrijven over de geschiedenis. Eerst dacht hij aan één boek, daarna aan twee. Nu worden het er vier. Tijdens het schrijven merkte hij dat het steeds meer over zijn eigen leven ging. „Het is veel persoonlijker geworden dan ik dacht”, zegt hij.

Goede oude tijd

Op de Tankenberg denkt Berends na: „Ik ben erg benieuwd wat mensen vroeger allemaal wisten. Zij begrepen dingen over de zon, de sterren en de dieren die wij nu niet meer begrijpen. Er is veel verloren gegaan, door de Romeinen en door het christendom. Er was een tijd daarvoor, waarin de mensen elkaar niet met knuppels op de kop sloegen, maar in een hoogwaardige cultuur met elkaar leefden.”
Met zijn boek wil Berends laten zien dat de ziel van de stam Twente nog steeds bestaat. De stam van Twentenaren heeft alles overleefd door niet zo op te vallen. Andere mensen vonden de groep niet belangrijk en zelfs achterlijk.
De mensen uit Twente trokken zich daar niets van aan. Ze konden goed voor zichzelf zorgen. „Belangrijk is dat de mensen elkaar niet naar het leven stonden. Moord kwam er niet voor. Er was geen leider, er waren afspraken van noaberschap en dat werkte.”

De stenen ziel

Berends raakte steeds meer gefascineerd door oude grote offerstenen die overal in Twente liggen. Twentenaren hebben er volgens hem altijd mee gesleept om ze te bewaren en nog altijd koesteren ze die. Hij ontdekte dat deze Germaanse en heidense erfenis zelfs bij allerlei christelijke kerken is te vinden. Berends fotografeerde bijvoorbeeld een oude offersteen die in Den Ham de kerk als hoeksteen dient. Zoals volgens de koster Jezus de hoeksteen van de samenleving is.
Berends raakte ervan overtuigd dat het koesteren van deze stenen bewijst dat de ziel van de Germaanse stam Twente nog altijd bestaat. Duizend kerken bezocht hij samen met zijn twee vrienden. Het zijn kerken die hij tot de Twentse invloedssfeer rekent. En overal vond hij die kolossale keien.
De speurtocht werd haast obsessief toen hij zich realiseerde dat niemand voor hem zo al die stenen bij kerken had vastgelegd. „We gingen soms wel naar 20 kerken op een dag”, zegt hij. Hoe meer hij er vond, hoe sterker volgens hem het bewijs werd dat de stam nog leeft.

Rituelen en continuïteit

Bij de Twentse stam horen paasvuren, geveltekens, midwinterhoorn, een vlag, een volkslied, vlöggeln, een taal en kloten. Maar ook al die enorme keien. „Mijn God, daar kun je toch niet omheen?”, zegt Berends. „Daarin zit de continuïteit van dit volk. Ik had nooit gedacht dat je zo dicht bij huis zoiets spannends kunt doen.”
Hij fotografeerde ze en drukte ze af in zijn boek. Ook daarom is het zo zwaar geworden, nog los van archiefmateriaal en boeken van oude historici die hij raadpleegde en verwerkte.
Zit er iets van die stam in u?
„Ja, anders doe je dit ook niet. Stel je voor dat wij als Twente 2000 jaar met elkaar hebben doorgebracht. Dat hebben we gedaan zonder elkaar de hersens in te slaan. Alles wat fout is gegaan komt van buitenaf. Van de Romeinen tot Karel de Grote, verzin het maar: Napoleon, Hitler, de Spanjaarden; alle ellende komt van buiten.”
„Ik zie steeds minder de noodzaak om ergens anders naar te luisteren dan naar onszelf. Ook niet naar Den Haag en ook niet naar New York en naar Moskou. Laten we maar gewoon naar onszelf luisteren, want wij hebben eigenlijk als enige bewezen dat we het al zo lang met elkaar kunnen volhouden.”
Bent u een optimist?
„Zeker niet. Een jongen van 14 weet zichzelf nu volstrekt niet te redden. 2000 jaar geleden wel. We zijn met z’n allen dommer aan het worden in plaats van slimmer. We zijn echt afgestompt. Ik vind dat zonde. Dit kan best de reden zijn dat ik me op de geschiedenis van de stam heb gestort. Het is persoonlijker geworden dan ik had gedacht.”
Uw gedachten weerspiegelen die van de Twentse autonome beweging Sapientes ab Oriënte en hun Universele Verklaring van het Twentse Noaberschap. Is het boek het historisch fundament voor een autonome beweging?
„Alsjeblieft, hou er wel de humor in. Mijn boek is geen wetenschap en het is geen politiek. Je wijst me hierop en ik stel met verbijstering vast dat ik ze niet ken, maar dat de overeenkomst groot is. Het komt echt heel dichtbij. Ik schrik ervan, maar het prikkelt me ook. Mijn boek moet niet gekaapt worden voor een afscheidingsbeweging. Ik ben absoluut een vrije jongen, maar houd me niet op die manier met de toekomst bezig.”
„Aan de andere kant weet ik ook wel dat van Eibergen tot Reutum zo wordt gedacht. Het maakt mijn boek over de geschiedenis wel heel actueel. Ik moet duidelijk gaan maken hoe ik mij hiertoe verhoud. Ik moet deze beweging ontmoeten en ze een plek geven in het volgende deel.”
Dat deel wil Berends in november publiceren.
Het boek De Laatste Stam is verkrijgbaar in de boekwinkels. Online is het te bestellen via de website delaatstestam.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten