Er is een oud taoïstisch leerverhaal over drie grote Aziatische geestelijke leiders: Lao Tzu, Confucius en Boeddha.
Ze werden allen gevraagd azijn te proeven en hun mening te geven.
Confucius proefde als eerste en zei na enkele momenten dat hij het zuur vond — net zoals hij de wereld vol verdorven mensen vond.
Daarna proefde Boeddha de azijn en zei dat die bitter was — zoals hij ook de wereld vol bitter lijden zag.
Ten slotte proefde Lao Tzu. Hij sloot even zijn ogen en zei toen dat hij de azijn zoet vond — zoals hij ook de wereld als zoet ervoer.
Dat is veelzeggend, want Lao Tzu’s filosofie kijkt voorbij de schijnbare wanorde in de wereld en ziet diep in de onderliggende Harmonie en Schoonheid van de Tao, de Bron van Al het Bestaan, het Ene.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten