Muhlbuhl/Wormlo,
twee kleine plaatsjes bij Nagel aan de rand van het hoge Fichtelgebirge. Een
vriend vraagt me advies over een gezin waar drie zonen ernstige lichamelijke
klachten hebben. De ene had een hersentumor, de ander chronische lichaamspijn
en de derde nierziekte. M’n vriend
spreekt van een gebied trauma door strijd/overval.
We komen op een
zacht glooiende bebouwde berghelling met een prachtig uitzicht op de westzijde
van de Koseine, een markant berg in dit gebied.
De zonen wonen
nog bij de ouders en grootmoeder is ook nog aanwezig. Een vier generatie
grootfamilie waar de kleinkinderen ook nog kinderen hebben.
In het nabije bos
doe ik onderzoek en wordt sterk gehinderd door kleine steekvliegjes. Deze tref
je vaak aan in negatieve zones, dat hier een groter gebied is rond de
aansprekende straatnaam: ‘am Schlag’.
Hier heeft rond
805/806 een slacht plaatsgevonden tussen een legertroep van Karel de Grote en
een lokale Slavische stam. Circa 400 leden van deze stam zijn hier gedood door
deze ijzeren overmacht .
De negatieve zone
is een gevolg van deze slacht en een geologische probleem met demonen. Vroeger
hadden legers magiërs bij zich die de onderwereld openden door geologische
breuken te activeren en vervolgens uit
donkere aardeplekken strijd-demonen vrijmaakten in het ontstane negatieve veld.
Het hele gezin
lijkt wel te zijn opgestaan uit deze oude stam en terug gereïncarneerd op hun
oude plek waar ze stierven. Een veel voorkomend fenomeen. De lichamelijke
klachten zijn allen terug te voeren tot oorlogswonden, van steek, slag en
vermorzeling.
Ik deel m’n
ervaringen en één van de drie herkent het verhaal uit z’n dromen.
Het bespreken van
de ervaringen lost al veel op.
Na afloop praat ik
met m’n vriend wat na en doen we nog wat onderzoek.
De Frankische magiërs
riepen een vloek uit over de stam; “laat deze stam tot in lengte van dagen
mogen boeten voor haar zonden, verdelg ze.”
De stam bleef
hier om hun heiligdom de ‘Hohe Matze’, te bewaken en de westelijke poort tot
een heel heilig gebied van het hogere Fichtelgebirge. M’n vriend was toen hun
stamhoofd en hij voelt zich nog steeds verantwoordelijk voor dit gebied met
haar bewoners. Hij droeg een helm met ossenhoorns en overleefde het ook niet.
De volgende morgen na de slacht werd hij
bij zonsopgang gedood met de vloek in z’n bewustzijn: ‘dass die ganze Frauen
verflügt würden von die Krieger und wenig Nachkommen kriegen.’ Een heftige
uitspraak die lang kan doorwerken als het uitgesproken wordt door mensen met
magische macht. Geen kinderen kunnen
krijgen in andere incarnaties kan een gevolg daarvan zijn!
De drie broers
behoorden tot z’n grote kring van familie.
M’n vriend
herkent ook dat ik bij Karel’s troepen was als magiër.
Later blijkt dit
gegeven niet juist te zijn. Ik draag bij me ‘een stuk gereedschap’ , een
vrouwelijke engel, die de slacht in die
tijd heeft gezien. Deze engel zit nu bij
mij en haar film toonde ze nu aan mij en ik en m’n vriend interpreteerden het
onjuist. Een gegeven wat meer kan voorkomen in de subtiliteit; eerst de bron
herkennen en dan juist interpreteren.
De familie leeft
nog ik de ‘wij-fase', lijfeigenen en nog niet in de ‘ik-fase’. De wij-fase is
een ontwikkelingsstap die voor- en nadelen heeft. De voordelen zitten in het
delen met en in gemeenschap, het opofferen
wat de ik-fase minder kent.
Nu maar afwachten
wat er met ze veranderd en het gebied.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten