Zo aan het einde van het lichtjaar, rond de 21ste december als de zon haar licht het minst laat schijnen, spelen talrijke gebruiken in diverse culturen. In bijgaand stuk verwoord ik een artikel over oude gebruiken rond deze periode. Ik realiseer me nu dat in het diepst van de uiterlijke duisternis als de zon, het uiterlijke licht, ver weg is drie materiële ‘l’s’ bij ons mensen belangrijk zijn: licht, lawaai en lichaam.
Licht
Ter compensatie van het gemis aan uiterlijk licht, wordt licht gemaakt met open vuren, kaarsen en heel veel sfeerverlichting buiten.
Lawaai
Er wordt veel lawaai gemaakt ter bestrijding van de stilte in de duisternis en tegen het boven komen van beelden uit het collectief - geesten die door de lucht reizen - en uit het individu – onze eigen verdrongen werkelijkheden, soms zich uitend als winterdepressie. Om zo de uiterlijke en innerlijke krachten de baas te zijn.
Lichaam
Veel eten om het lichaam te sterken, om een buffer te vormen en onszelf een veilig gevoel te geven voor de periode dat het innerlijk moet worden gerustgesteld. Gestild door veelheid van buiten. Zelfs de geboorte van een kind rond de 21ste december is een lichamelijk cadeau van de goden.
Midwinterkinderen
Het Keltische hart van de West-Europese cultuur bestond vlak voor de Romeinse expansiedrift uit bevolkingsgroepen die ook wel continentale Kelten en Germanen worden genoemd en daarnaast uit de eiland Kelten van het huidige Groot-Brittannië en Ierland. De seksuele conditionering van de Galliërs die rond de voorjaarsevening massaal de seksuele daad pleegden, verbaasde de Romeinen zeer. Dit leverde veel kinderen op rond de 21 - 25ste december.(1) Dit gedachtegoed werd gestimuleerd en onderhouden door de orden van druïden. Kinderen die tussentijds werden geboren, werden als ‘schandekinderen' bestempeld.
Licht, leven en groei
Een dergelijk groepsgebeuren past in de cultuur van mensen die niet individueel vrij zijn en zich opgenomen ervaren in het grote kosmische en aardse geheel. De aardse cyclus vereist immers dat het aardse leven de winter doorkomt. Door het koude duister naar het voorjaar om zich te verbinden met het bovengrondse, kosmische en verwarmende zonnelicht. Wat bezielde de mensen toch om kinderen geboren te doen worden in het hartje van de winter? In de beweging van de zon is natuurlijk te herkennen dat de midwinterzonnewende een feestelijke gebeurtenis is. Het nieuwe lichtleven komt terug: de zon keert zich weer naar hen toe. De dagen worden langer en het licht gaat weer overheersen. En licht betekent op deze breedtegraad waar de vier seizoenen bepaald worden door de zonnebaan, leven, groei, vermenigvuldiging. Omdat de mens zich nog ervaart als deel van de grote cyclus, past hij zich aan en laat op dat moment een nieuw kind geboren worden. Na een draagtijd van negen maanden. De negen geldt als laatste getal. Tien is immers één plus nul, is weer één, het nieuwe begin. Een nieuwe hoop om het leven op aarde, het horizontale vlak weer verder te doen leven.
Boogschutters en Steenbokken
De Romeinen die verder waren in zelfbeschikking, vonden dat groeps-geboorteproces maar een raar gedoe dat mogelijk al duizenden jaren in de Europese landcultuur een gebruik was. De kinderen werden dus allen geboren in het sterrenbeeld Boogschutter of Steenbok. En dat zijn tekens die verbonden zijn met het aard gebonden beroep van jager of veefokker, de bakermat van deze continentale groepen. Je kunt ook zeggen dat een land of een continent zo een sterk archetype van jagers en dierhouders kreeg.
Aarde en vuur, water en lucht
De grote ordeningen zorgen op een zeker moment voor veranderingen. In dit geval door de Romeinen met hun overheersende visie waaruit de rooms katholieke kerk is voortgekomen. Met zijn zuidelijke geomantie die er meer op gericht is het territorium te aarden op de aardekrachten, komt er extra nadruk op het vaste, de aarde, de materie en op het vernietigende vuur. Op het eerste en derde chakra dus met als religieuze saus het christendom van het hart. Maar de basiskrachten van territoriumoverheersing blijven overheersen. De territoriale krachten overheersen nog steeds het westerse gezelschap en ook haar angsten om dit te verliezen. Dit in tegenstelling tot het meer stromende, beweeglijke, Keltische christendom van de elementen water en lucht, van het ijlere en het beweeglijke licht. Oftewel de hogere chakra’s die doorwerken in het denken – lucht - en het tweede chakra van het gevoelsleven – water - ter hoogte van de voortplantingsorganen.
De geboortedag van Jezus
Het Romeinse christendom had de geboorte van haar eigen idool, Jezus Christus, eerst geplaatst op 6 januari maar moest in het begin van de vierde eeuw overstag gaan en zich aanpassen aan de hardnekkige geboortemysteriën van dit grote continent. In de Kalender van Philocales, die in 354 in Rome verscheen, werd voor het eerst 25 december als geboortedag genoemd. Maar niet overal werd dit nagevolgd. In het jaar 567 stelde de Synode van Tours vast dat het geboortefeest van de Heiland gevierd diende te worden van 25 december tot 6 januari. Dit kwam precies overeen met de twaalfdaagse Germaanse Joeltijd. Het getal twaalf refereert aan de cyclus van de maan. De oude hoogtijfeesten vonden meestal plaats rond de nieuwe maan. Toen in 1582 een kalenderhervorming plaats vond, werd het wintersolstitium op 21 december gerekend. Terwijl de Juliaanse kalender dat deed op 25 december. De kerk wilde de twee feesten duidelijk scheiden maar dat lukte niet geheel en de volksgebruiken bleven gekoppeld aan de 25e december. (1) En de twaalf dagen – 25 december tot 6 januari - blijven tot op de dag van vandaag bekend als de ‘heilige nachten’.
Solstitium
Het Latijnse solstitium betekent zonnestilstand en verwijst naar het feit dat de zon gedurende een aantal dagen niet hoger of lager gaat, dus op dezelfde plaats lijkt te blijven. Zo was zonsopgang in 1999 - 2000 op 21 december om 8.45 (2016: 8.46uur) en op 7 januari om 8.47 (2017; 8,49 uur). Pas op 8 januari vervroegt de zonsopgang zich weer. De zonsondergang is in die periode alleen stabiel op 22 en 23 december namelijk om 16.30 uur (dit jaar op 23 en 24 december). Het zonsopgangmoment is in de heilige nachten meer gestabiliseerd dan het zonsondergangmoment.
Storm en hoorn
De Utrechtse doopbelofte uit het midden van de 8e eeuw geeft in haar bijlage een overzicht van 30 heidense gebruiken die als duivelswerk en duivelsoffers worden aangemerkt. Het 22e hoofdstuk heet “storm maken, over hoorns en bekers”. De hier vermeldde hoorns zullen blaashoorns zijn en
drinkhorens. Maar hier wordt een koppeling gelegd tussen blaashoorns en storm maken. In onze streken zijn geen bronzen hoorns opgegraven zoals de luren in Denemarken en het Baltische gebied en de bronzen hoorns van de Kelten. Maar we kennen hier wel het gebruik van het blazen op ossenhoorns en houten hoorns, vooral rond het midwinterfeest. Dit Germaanse Joelfeest begint op 25 december en eindigt op 6 januari, precies in wat de Germaanse stammen de wolfs maand noemen. Op de Keltische carnyx wordt soms de bronzen kop van een wolf als klankbeker gebruikt. De wolf was het enige zoogdier in deze streken dat ‘s nachts riep en heel lang een toon kon aanhouden. Er wordt hier dus een verband gelegd tussen het natuurverschijnsel storm, het midwinterfeest, de wolf en de hoorn.
Wodan en de doden
Het midwinterfeest is een moment van ommekeer: de zon keert terug en de aarde bereidt zich voor op het vruchtbaar worden en de vasthoudende aspecten, zoals in de christelijke traditie wordt verwoord, zoals demonen, mogen worden ‘uitgedreven’ Wodan de heer van de doden vloog in de lucht in zijn donkere mantel op zijn achtbenige ros Sleipnir, met een grote stoet gestorvenen achter zich aan. Verchristelijkte bronnen zien in die stoet soms ongedoopte kinderen, vroegtijdig of gewelddadig gestorvenen en zelfmoordenaars. Tijdens de midwinterdagen van 25 december tot 6 januari kwamen de voorouders, samen met de uil, de stam- en oorlogsgod Wodan met zijn wolven naar de aarde. De hoorns riepen Wodan en de doden op.
Angst verjagen of ….??
Allemaal aspecten die gekleurd zijn door de tradities van omgang met de andere wereld die angstig maakt, bedreigend is en die bestreden moet worden. Bestreden door afweerrituelen zoals klokluiden (Sint Thomasklokluiden), door midwinterhoornblazen, ommegangen en rondritten zoals de St. Stefanus gebruiken, door vuren en later vuurwerk. Nu wordt het weer tijd om de eenheid in alles te ervaren en anders om te gaan met wat ons omgeeft, wat om ons geeft en absoluut niet tegen ons is. Niet de angst projecteren in de buitenwereld maar de eigen angsten en onvolkomenheden onder ogen zien. Licht laten schijnen in de eigen duisternis van het onbewuste. En vooral eren wat in het diepst van de donkerte geboren wordt!
Hoornblazen nu
Een persoonlijke ervaring: “Mannen in historische kledij maken met een zevental ossenhoorns een oorverdovend, angstaanjagend lawaai in een Markeloos restaurant aan het begin van de Advent. Overpowering die niet verfijnd is, vult de ruimte. Mijn kruin sluit zich en ik krijg pijn in het hoofd. Het diepe, linksdraaiende geluid trekt me naar beneden. Hoe is het met de geesten die alles beïnvloeden, gaat door me heen. Gaan ze weg en waar naar toe? En waarom zou je ze wegjagen?” (28.11.1999) Dit is een oude traditie van het ossenhoorn blazen die nieuwe leven wordt ingeblazen in het kader van recreatie. Een fenomeen dat heel, heel ver weg staat van de oorspronkelijke betekenis in rituelen.
Hoornblazen en geomantie
De geomantie van deze tijd kan weer leren • anders om te gaan met zo’n medium (de soort hoorn), • te kiezen door wie de hoorn wordt geblazen (bepaalde mannen), • en waar (voorheen boven open- of putwater waarin het weerkaatst wordt naar boven de lucht in en niet in een binnenruimte), • welke kleding erbij hoort (geen ouderwetse maar symbolische kleding), • wat de oriëntatie van de hoorn (naar boven of naar beneden) is, • wat de eigen oriëntatie in de groep blazers is, • het specifieke moment te kiezen (rond midwinter wende en met name bij een bepaalde maanstand) en het moment op de dag zelf, • ons bewust te zijn van de intentie (nu wegjagen i.p.v. transformatie van dood in leven, bewuste ontvankelijkheid voor het cyclische momentgebeuren) en • de uitwerking in het omgevende veld. Er is nog een lange weg te gaan om in het hier en nu te komen, samen met alles wat leeft.
Mystiek in Markelo?
Nog intrigerende is dat men in Markelo nog spreekt van verandering van water in wijn rond deze midwinter dag of rond kerst, van bergen die goud worden (denk aan de vele goudbergen -godsbergen- in Nederland) en van de vlier die uitspruit. Allemaal voorbeelden van transsubstantie op deze belangrijke dag. Een begrip dat diepe wortels heeft in de mystiek!
Kathedraalbouw
Later vind je deze oude aspecten terug bij het aanbrengen van labyrinten in de kathedralen van de Keltische bouwschool van Chartres, het oorspronkelijk centrumpunt van de Gallische cultuur. De labyrinten van Chartres, Reims en Amiens liggen binnen hetzelfde grondplan: op de plaats van de knie van de gekruisigde Christus. De knie die astrologisch geregeerd wordt door Steenbok. Jezus wordt door de Romeinse christenen ook in dat sterrenbeeld geplaatst en geboren.
Op weg naar het hart
Op een oppervlakkiger energetisch niveau is de plaats van het labyrint te associëren met het tweede chakra, waar de reproductie plaatsvindt in het voorjaar rond de 21ste maart . En zo is 21 december -negen maanden later- weer verbonden met de mystiek van de geboorte van Christus in het astrologisch moment van Steenbok. De priesterbouwmeesters hebben geprobeerd met hun bouwsymboliek de mensen te helpen in hun ontwikkeling door ze te leiden naar de viering in het hart van het gebouw waar de transformatie van vaste naar fijnstoffelijke materie plaatsvindt. De plek van de diepere, bovengrondse lichtmysteries waar je pas kunt komen door eerst te dwalen door het labyrint.
Het nieuwe centrumpunt is nu het hoofd dat verbonden kan worden met het hart en de andere chakra's in de reeks.
Rammen en Stieren
De grote westelijke eilanden hadden mijns inziens een veel oudere, aparte cultuur. Hun kinderen werden meer verwekt rond de midzomer wende en geboren in de maand maart, rond de voorjaarsevening. Zij kwamen ter wereld onder het teken Ram, het hoofdteken van Engeland, of het teken Stier, het astrologische teken waaronder Ierland wel wordt geplaatst.
Vissen
Nederland wordt meer geplaatst onder het teken Vissen dat meer met handel te maken heeft, met beweeglijkheid. Je ziet ook dat de Nederlandse geïnteresseerden in geomantie minder Romeins georiënteerd zijn dan de Duitse met hun vaste netwerken. En ook minder lichtbanen gericht zijn dan de Engelse scholen. Van alles wat zou je kunnen zeggen in deze Lage Landen, als het maar past en je er een eigen voordeel mee kunt hebben.
Samen met Waterman
Het is te hopen dat dit tijdsmoment in het teken van Waterman ons meer aanzet tot het scheppen van betere voorwaarden voor de meer Heelmakende levenscultuur. Dat deze aarde weer mag bloeien voor mens, dier, plant en voor alles in de materie of andere dimensies. De gaialogie, zoals ik de hedendaagse geomantie noem, van het samenwerken met de subtiele werkelijkheden vanuit een innerlijke transformatie. Alles in een boeiende, communicatieve samenhang.
Met dank aan Albert Metselaar, Elly Posthuma, Sig Lonegran, Monica Jansen, Nina Elshof, Tim Bouwhuis, 1. Bello Gallico van Julius Caesar of in Tacitus
©2016 Dick van den Dool
eerder gepubliceerd in deze blog in 2012 en nu bewerkt
Geen opmerkingen:
Een reactie posten