vrijdag 26 september 2025

Kom op voor natuurdiversiteit in je eigen omgeving! Doen!!!!

 

Veel meer natuur nodig om nuttige insecten voor de landbouw te behouden

Trouw, 26.9.2025

Regels van de EU die tot herstel van de insectenpopulatie moeten leiden zijn ontoereikend, blijkt uit Wagenings onderzoek dat donderdag gepubliceerd is in het wetenschappelijke tijdschrift Science.


Ook als boeren voldoen aan Europese regels om 10 procent van hun grond vol te zetten met bloemen en struiken, is dat lang niet voldoende om bedreigde insecten te helpen. Veel insectensoorten hebben meer natuurlijke landschapselementen nodig, blijkt uit een internationaal onderzoek van Wageningse biologen. De resultaten zijn gepubliceerd in het jongste nummer van het wetenschappelijk tijdschrift Science.


Voor het onderzoek keek promovenda Gabriella Bishop naar 59 verschillende onderzoeken naar natuurmaatregelen bij landbouwgrond van over de hele wereld. Zij keek hoeveel bloemranden en houtwallen of andere natuurlijke landschapselementen de verschillende insectengroepen nodig hadden om effectief beschermd te worden. Bloemranden zijn stroken rondom de akker waar geen gewas groeit, maar wilde bloemen. Houtwallen zijn hagen waar insecten, vogels en kleine zoogdieren kunnen schuilen.

Het minst kieskeurig bleken de zweefvliegen. Die hebben aan slechts 6 procent natuurlijke grond in een landbouwgebied voldoende voor een optimale populatie. Wilde bijen hebben al minstens 16 procent natuur nodig bij de akkers, terwijl vlinders zelfs 37 procent natuurlijke grond nodig hebben voor een voldoende grote populatie.

Insecten zijn belangrijke bestuivers

“Vrijwel alle insectengroepen hebben dus veel meer natuurlijke grond nodig rond een akker, dan de 10 procent die in Europa is afgesproken”, zegt insectenonderzoeker Thijs Fijen, Universitair docent plantenecologie aan de Wageningen Universiteit en één van de begeleiders van het promotieonderzoek. Europa wil de achteruitgang van de biodiversiteit in agrarisch gebied in 2030 tot staan hebben gebracht. “Maar met de huidige doelen van 10 procent natuurlijke landschapselementen gaat dat waarschijnlijk niet lukken”, zegt Fijen.

De onderzoekers benadrukken dat het herstel van de biodiversiteit in agrarisch gebied niet alleen in het belang van de natuur is. “Wilde bijen en andere insecten zijn ook belangrijke bestuivers van veel van onze voedselgewassen en functioneren soms als natuurlijke plaagbestrijders”, aldus Fijen. “Daarnaast zijn natuurlijke landschapselementen belangrijk voor het verbeteren van de waterkwaliteit in het agrarisch gebied en verbeteren ze ook de luchtkwaliteit.”

Om genoeg natuur naar het agrarisch gebied te lokken helpt het volgens Fijen niet voldoende om de kwaliteit van bijvoorbeeld bloemranden te verbeteren. “Het gaat in eerste instantie echt om de kwantiteit, en veel minder om de kwaliteit. Meer bestuivers vragen gewoon om substantieel meer natuur rond de akkers.”

‘Een randje hier en daar gaat niet helpen’

“Een belangrijk onderzoek dat een terechte plek heeft gekregen in een toonaangevend wetenschappelijk tijdschrift”, zegt ecoloog Raymond Klaassen van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij was niet bij het onderzoek van Bishop en collega’s betrokken. Klaassen doet zelf onderzoek naar akkernatuur, voor Grauwe Kiekendief – Kenniscentrum Akkervogels (GKA). Hij vindt het met name waardevol dat Wageningse onderzoekers zoveel informatie over insecten hebben kunnen bundelen.

Klaassen ziet in het onderzoek van zijn collega’s een oproep om te werken aan meer maatregelen van betere kwaliteit. “Het onderzoek toont aan dat een bloemrijke akkerrandje hier en het volgend jaar een randje daar niet gaat helpen. De landbouw zal helemaal vervlochten moeten worden met kwalitatief goede maatregelen. En dat niet voor een paar jaar, maar voor een écht lange tijd.”

De Wageningse bioloog Fijen voegt daaraan toe dat de focus voor dat soort langdurige maatregelen in Nederland zou moeten liggen op de meest kwetsbare plekken. “Op de hoge zandgronden heeft de natuur het meest te lijden onder bemesting, bestrijdingsmiddelen en verdroging. Het zou goed zijn om het Europese geld voor herstel van agrarische natuur juist dáár in te zetten voor het meeste resultaat.”

Geen opgave voor de boeren alleen

BoerenNatuur, de vereniging van de veertig agrarische collectieven in Nederland die het agrarisch natuur- en landschapsbeheer uitvoeren, zegt in een reactie op het onderzoek dat het opschroeven van de ambities voor biodiversiteit in het landelijk gebied nooit een opgave kan zijn van boeren alleen. “Met de huidige prijzen van landbouwgrond, tot bijna twee ton per hectare in Flevoland is het zonder toereikende vergoedingen niet realistisch om 16 tot 37 procent van de grond beperkt of niet-productief in te zetten”, zegt Sarah Westenburg, strategisch adviseur voor BoerenNatuur. “Dit is een puzzel die gelegd moet worden door alle grondeigenaren in een gebied, en dat zijn niet alleen boeren.”

Westenburg denkt verder dat het herstel van biodiversiteit vooral een kwestie van maatwerk is. “Een houtwal is heel waardevol voor bepaalde soorten, waaronder insecten, maar in weidevogelgebieden is openheid juist essentieel. Daarom is gebiedsgericht maatwerk zo belangrijk.”

Zij voegt daaraan toe dat BoerenNatuur altijd bereid is om mee te denken over de randvoorwaarden die nodig zijn om de internationaal afgesproken doelen voor biodiversiteit te realiseren.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten