donderdag 10 juli 2025

een door mensen geplastificeerde genanoficeerde Planeet

 

Oceaan zit tjokvol nanoplastic: alleen al in toplaag Atlantische Oceaan 75 wolkenkrabbers aan plastic

Een blok plastic van ongeveer 300 meter hoog en 300 meter lang en breed. Dat is wat er ruwweg door de oceaan zweeft aan minuscuul kleine deeltjes ‘nanoplastic’, alleen al in de bovenste paar honderd meter van de Noord-Atlantische oceaan.

Dat is haast tien keer zoveel plastic als er naar schatting in álle wereldoceanen ronddobbert aan iets grotere deeltjes microplastic. Liefst 27 miljoen ton nanoplastic, moet er in de bovenste paar honderd meter van de Atlantische Oceaan zitten: een gewicht van pakweg 75 Empire State Buildings aan plastic.

‘Dat het zóveel is, daarover is iedereen verbaasd, inclusief wijzelf’, zegt Helge Niemann, als hoogleraar aardwetenschap verbonden aan de Universiteit Utrecht en als onderzoeker aan het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ). Deze week publiceert Niemann de ontdekking samen met collega’s in vakblad Nature. ‘Als wat wij hebben gevonden geldt voor alle oceanen, kom je erop uit dat er ongeveer net zoveel nanoplastic in zee zit als alle levende biomassa in de oceanen.’

Zeespiegel vol plastic

De Noord-Atlantische Oceaan zit letterlijk van onder tot boven vol met de microscopische plasticresten, blijkt uit steekproeven die de wetenschappers vanaf het Nederlandse onderzoeksschip Pelagia namen. Zelfs op meer dan 5 kilometer diepte en op open zee, duizenden kilometers uit de kust, vonden de onderzoekers van het NIOZ geringe concentraties nanoplastic terug.

Dat kan in één klap verklaren waarom er zoveel plastic ‘zoek’ is. In het milieu vinden wetenschappers immers veel minder plastic terug dan er door de decennia heen is geproduceerd. Zo drijft er volgens andere berekeningen ‘maar’ zo’n 3 miljoen ton microplastic in zee, en 250 duizend ton aan zichtbaar plastic afval.

Het nanoplastic is wel sterk verdund. Bij de hoogste uitschieters in de metingen, dichter bij de kust, vonden de wetenschappers ongeveer 32 milligram plastic per kuub water terug, een concentratie die grofweg neerkomt op één suikerkorrel op 17 liter zeewater. Verder op zee trof werd rond de 15 milligram nanoplastic per kubieke meter water aangetroffen, vergelijkbaar met zes korrels suiker in een volle badkuip.

Op grotere diepte lag de concentratie lager: rond de 5 milligram nanoplastic per kubieke meter oceaanwater. Opvallende uitzondering is de ‘subtropische draaikolk’, een gebied van langzaam ronddraaiende zeestroming tussen Noord-Afrika en het Caribisch gebied. Daar vond men op een kilometer diepte tweemaal zoveel nanoplastic als op dezelfde diepte búíten de stroming. Een teken dat het nanoplastic er zich geleidelijk verzamelt.

Overal in het lichaam

Wat de vondst precies betekent voor mens en milieu, is lastig te overzien. ‘Daarvoor weten we nog te weinig over het effect van nanoplastics’, erkent Niemann. ‘De vraag is alleen wel: wil je daarop wachten? De effecten die we wél kennen, zijn niet positief.’

Bij het microplasticlaboratorium aan de Universiteit van Wageningen is hoogleraar Bart Koelmans, zelf niet betrokken bij het nieuwe onderzoek, het daarmee eens. Zo zijn er aanwijzingen dat microscopische plasticdeeltjes het immuunsysteem kunnen verstoren. ‘Je ziet dan immuuncellen die deze deeltjes opnemen om ze af te breken, wat vervolgens niet lukt. Dat kan erop uitdraaien dat er minder immuuncellen overblijven voor het opruimen van andere indringers.’

Ander punt van zorg is dat het nanoplastic wellicht de opname van broeikasgassen door algen verstoort, vertelt Niemann. Dat zou mogelijk weer gevolgen hebben voor het tempo waarin het klimaat opwarmt. En het slecht afbreekbare plastic hoopt zich misschien op in de voedselketen. ‘Elk beestje kan nanoplastic inslikken’, zegt Koelmans. ‘En dit is allemaal nog makkelijker op te nemen in weefsels en in de bloedbaan dan microplastics, die we ook al overal in het lichaam aantreffen.’

Zeer grondig

Andere onderzoeken laten nanoplastic – afmeting: kleiner dan één duizendste millimeter – doorgaans buiten beschouwing, omdat ze zo moeilijk te meten zijn. De Nederlanders losten dat op door op twaalf plekken zeewater van verschillende dieptes uit de oceaan te halen, het te filteren en in te laten drogen. Terug in Utrecht vlooide de groep de overblijfselen door met massaspectrometrie, een meettechniek waarbij materiaal wordt verhit om de moleculen die ervan wegdampen te analyseren.

Het Utrechtse onderzoek zal veel losmaken, verwacht Koelmans. ‘We zaten met zijn allen eigenlijk al te wachten op de eerste studie die dit probleem voor de hele oceaan in kaart brengt. En dit onderzoek ziet er zeer grondig uit.’

Onduidelijk is hoe het in andere oceanen is gesteld, erkent Niemann. ‘Het zou me zeer verrassen als je in de Grote Oceaan ineens géén nanoplastics aantreft’, zegt hij. ‘Maar of het evenveel is, of bijvoorbeeld de helft minder, dat weten we niet.’

Hoewel het getal van 27 miljoen ton plastic erg stellig en zonder foutmarges erbij in het onderzoek en de persberichten staat, is het cijfer een ruwe inschatting, benadrukt Niemann. ‘Het kan ook zo’n 20 procent meer of minder zijn. Maar of het nu 27, 20 of 40 miljoen ton is, maakt niet eens zoveel uit. De belangrijkste boodschap is dat we hier het belangrijkste deel van de vervuiling van de oceanen zien.’


Geen opmerkingen:

Een reactie posten