" Maar het gaat tevens over de hele mensheid,
of nog beter: over het punt waarop de mens het vermogen heeft verloren om in
harmonie met de natuur te leven. Het is, zoals de recensent van Le Monde
schreef, een 'van de allerbeste hedendaagse romans over eenzaamheid’. Want als
je het contact met de natuur verliest, is het einde zoek.
De 'man die de taal van de slangen spreekt' leefde
ergens in de
Middeleeuwen, toen – en dat is een historisch feit
– Estland door Duitse kruisridders werd veroverd en gekerstend. In de roman
verlaten steeds meer mensen het bos waar ze
oorspronkelijk leefden en
trekken naar de dorpen. Want daar is het moderne
leven, daar kun je leven volgens de nieuwe mode die de veroveraars hebben
meegebracht. Maar dan moet je wel je oude gewoontes afleggen, vergeten,
afleren. En kennis van de taal van de slangen is er één van. De hoofdpersoon
beheerst deze taal net nog, zijn oom had hem die geleerd, en dus kan hij nog
enigszins met de slangen en alle andere dieren communiceren. De dieren
begrijpen hem als hij iets in de slangentaal zegt en gehoorzamen hem. De beste
vriend van onze held is een adder, zijn zus woont samen met een beer en zijn
moeder verzorgt hem dagelijks met verse eland. Is dus alles kits in het bos? Verre
van dat. Ten eerste wordt het daar steeds leger, omdat ieder een zo nodig in
het dorp naar de pijpen van de veroveraar moet dansen. De Oerkikker, symbool
voor welzijn en bescherming, is verzonken in een diepe slaap en er zijn niet
meer voldoende mensen om hem wakker te maken. Want daar moet je de slangentaal
voor beheersen, en bovendien heb je eenheel
koor nodig, één mens is niet genoeg. De
melancholie van de ondergang wart er dus wel degelijk rond.
Ten tweede zijn er in het bos tegenstrijdige
krachten, waaronder een oude druïde die de harmonie met de natuur heeft
verbroken. Hij gelooft in mensenoffers en is net zo krankzinnig als de
veroveraars, zodat het gevaar dus van twee kanten komt. De druïde is bij de
verdediging van zijn rituelen zelfs zo ver gegaan dat hij de oren van de
wolven, die vrienden van de mensen waren en hen van melk voorzagen, met hars
heeft dichtgeplakt, waardoor ze de slangentaal niet meer
kunnen horen.
Een fatale handeling, omdat de wolven vanaf dat moment
vijanden van de mens
zijn – als gevolg van de irrationaliteit van
de druïde.
Met deze ingrediënten, waarbij ook veel authentiek
materiaal uit de rijke Estische folklore is verwerkt, construeert Andrus
Kivirähk een fantastisch -allegorisch verhaal over de geschiedenis van de
mensheid – opgehangen aan de geschiedenis van Estland, maar het thema is
universeel."
Andrus Kivirähk, De man die de taal van de
slangen sprak
Uitgeverij Prometheus, maart 2015
ISBN: 9789044626308
Uitgeverij Prometheus, maart 2015
ISBN: 9789044626308
(met dank aan M.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten