De Lex
Frisionum (Wet van de Friezen) is een optekening van het gewoonterecht van het Friese volk. Deze optekening
vond plaats in het Latijn rond het jaar 790 in opdracht van Karel de Grote. De Lex Frisionum omvat
voornamelijk starfrecht, een enkele bepaling, bijvoorbeeld Titel VI, ziet op
het huwelijksrecht.
De enige overgeleverde versie van de Lex Frisionum is
gedrukt door Herold in Bazel in 1557. De originele manuscripten zijn verloren
gegaan.
Twee artikelen gaan over heiligdommen:
Tit. V: De Hominibus qui sine compositione occidi
possunt (Van mensen die zonder boete gedood kunnen worden)
……. “wie een heiligdom kapot maakt”
Tit. XI: De Honore templorum (Van de Eer der tempel)
“Wie in een
heiligdom inbreekt en daar een van de heilige voorwerpen wegneemt, wordt naar
de zee gevoerd, en op het zand, wat door de vloed bedekt wordt, worden zijn
oren gekloofd, en wordt hij gecastreerd en ten offer gebracht aan de god, wiens
tempel hij onteerde.”
Dit is de laatste bepaling.
De offering bij de zee zal waarschijnlijk
hebben bestaan uit het vastbinden aan een paal bij eb en bij het opkomende vloedwater
verdronk de gestrafte.
Waarom de oren werden gekloofd
kan een oerprincipe zijn daar de oren bij de embryo het eerste orgaan is dat
gevormd wordt.
In
de film Redbad wordt de
hoofdpersoon vastgebonden op een vlot en
zo op zee gezet als zee offer. Dat kan alleen werken bij ebgang.
Bron; wiki
Geen opmerkingen:
Een reactie posten