Voorheen was in de voor historische spirituele traditie heel veel informatie
voorhanden vanuit de overlevering binnen de traditie. Deze orale geschiedenis
van heiligdommen en lokaliteiten sferen werd niet opgeschreven. Ook stonden de beroeps
spirituelen nog dichter bij hun eigen ervaringen uit oudere tijden. Ze
herinnerden zich eenvoudigweg nog hun oude kennis en bezoekplekken. Ook hadden
ze toegang tot de ‘lokale archieven’: in de omgeving. Subtiel vastgelegde
informatie in cultusstenen, plaatsgeheugens en door kontakten met subtiele lokaliteiten
wezens. Tot slot was er nog de kennis en
herinneringen van bezoekers, daar de religieuzen veel reisden om collega’s en andere
heiligdommen te bezoeken. Zij waren minder vast lokaal verbonden dan de landbouwgemeenschappen
zelf.
Ik kom op dit gegeven daar we zaterdag bij een
bovenregionaal heiligdom zijn geweest, de Waldstein in het Fichtelgebirge. Een oer
Godinnen plek. Ik zag dat daar Ierse christenen langs zijn geweest op hun
doorreizen. Om precies te zijn een druïde met twee leerlingen. In de christianisering
geschiedenis is aan deze groep inspirators die veraf de Christusimpuls al hadden
geïntegreerd niet zoveel aandacht gegeven, daar ze hun traditionele
natuurmystiek integreerden met de zonneGod cultus van het vroege christendom.
Daar moest het Romeinse christendom niets van hebben. Deze ‘Ierse’ wijzen
trokken rond ook in het huidige Duitse gebied en deelden met hun lokale spirituele
collega’s hun nieuwste inzichten en hen zo spirituele bevruchten.
De missionaris Bonifatius heeft in het Duitse veel van deze natuur
christelijke gemeenschappen vernietigd ook wel paganistisch christendom genoemd,
die vooral het Oer vrouwelijke eerden.
De Saksen hebben hem niet voor niets in het Friese grensgebied gedood omdat hij
dat ook van plan was te doen in het nog zeer Oer religieuze Friesland.
De kunst is nu om de nieuwe spirituele impuls van deze tijd te integreren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten