De hoge rotsen waren eens toplocaties om lang op te zitten. Wel een week ging ik destijds daarop zitten vooral rond nieuwe maan daar er dan geen afleiding is van het maanlicht. Op de hoogste locatie is een nu prachtig uitzichtpunt, genaamd ‘Aussichtswarte Schlüssel’. Ik ga eronder zitten in een hele grote Schlüsselschaal. Je kijkt precies naar de Oksenkopf en Schneeberg. In een meditatiehouding met gekruiste benen zat je daar een week om ondermeer astraal te reizen. Nog voel ik als ik erin zit mijn benen wiebelig worden, reisvaardig maar nu niet. Ik ging hier tenminste tweemaal per jaar voor een week naar toe: bij midzomer en midwinter.
Plots zie ik voor me de oude granieten offersteen met grote rillen in de naar beneden. Hier zijn mensen op geofferd voor mijn tijd. Hier werden de geofferden naar toe gebracht.
S. moedig ik aan om even buiten het pad te komen en te zitten op deze hoge steen, net onder de topsteen. Angst overheerst bij hem dat hij naar beneden zal vallen. Een oude waarneming wat hij eens heeft gezien en gevoeld en zelf heeft ook heeft mogen ervaren. Gedrogeerd, willoos gemaakt, werd hij door twee priesteressen destijds naar boven gebracht, de keel doorgestoken door de hoofdpriesteres, die daar zat en dan na doodgebloed te zijn naar beneden geduwd. Voer voor de wolven. Barbaarse riten. En raad eens wie een van die priesteressen was: zijn vriendin A. waar hij maar niet van los kan komen. Bij haar kwam direct een oude gedachten boven toen S. in zijn oude angst schoot van de rots geworpen te worden: ik hoop dat je gelijk doodvalt, dat is beter dan je rug breken met blijvende schade. Oude gedachten patronen ebben nog door in ons geheugen en dienen herkend te worden wat ze eens betekenden. De geofferden die zich toen vrijwillig aanboden dachten zo naar de ‘hemel’ te gaan, naar het hogere. Maar ze kwamen in het lagere, onder in de aarde, in de onderwereld waar ze werden vastgezet. Daar zitten zie ik honderden geofferde zielen opgesloten. Die mag ik nu eindelijk bevrijden en de vele ziele lichtjes gaan als kleine lichtjes over het landschap: eindelijk los.
Mensen moesten eens weten wat voor punt ze hier bezoeken. Het is een dringen van mensen om het hoogste punt te bereiken, eens een reispunt maar in verre Godinnen erende tijden: een ware offerplek voor goedwillende mannen.
Ik spreek Odin God erover aan: ‘Ik heb zelf ook meegedaan en aangezet. Ook ik ben aangezet door iets hogers. Een ware Arihmanische kracht zat achter deze religieuze cultussen.
Ik realiseer me dat op deze plaats nog heel lang offerrituelen zijn gehouden tot in de vijfde eeuw A.D.. Niet meer in mijn toenmalige tijd, de zesde eeuw na de jaartelling, realiseer ik me. Overigens heb ik elders wel veel offeringen uitgevoerd.......
Geen opmerkingen:
Een reactie posten