zondag 2 april 2017

Het landschap van het volksgeloof


"Behalve als ruïne verschijnt het verleden aan de levenden ook in de gedaante van het spook. ‘Het spookt’, zei ik al eerder, in de periferie van onze cultuur, daar waar vroegere menselijke bewoning, tot de natuur terugkerend, aan de tijd is overgeleverd.
Maar ook op plaatsen in het lanschap waar geen ruïnes zijn, ‘spookt het’ – algemene uitdrukking om aan te geven dat het er ‘niet pluis is’. In gindse heuvel schijnen aardmannetjes te wonen, in dat bos schijnen 's nachts elfen te dansen, op die driesprong loopt men 's avonds de kans de weerwolf te moeten dragen. Heel deze bonte stoet dwergen en gedrochten wordt gemakshalve op rekening van het ‘bijgeloof’ geschoven, is al geruime tijd grotendeels naar de kinderwereld overgeheveld en wordt thans, nu het geloof erin verdwijnende is, naarstig door de folklore of volkskunde verzameld en in kaart gebracht.
Zij verdwijnen omdat ze slechts konden gedijen binnen de perken van de oude agrarische wereld, binnen een mythische ruimte met andere woorden. Het is ook hier de stad en de totale verstedelijking die met het platteland als zodanig en zijn menselijke bewoners ook dit kleine volkje doet uitsterven. Ook hier worden de mythische schuilhoeken van de locale ruimten door de rationele en neutrale
uitgestrektheid van de moderne tijd verdrongen of vernietigd. Wil men nog kans maken op een ontmoeting met een van deze mythische gestalten, dan moet men de snelwegen verlaten en proberen over smalle voetpaden de meest verborgen en intieme plekjes van het landschap terug te vinden."

 Ton Lemaire, Filosofie van het landschap

Geen opmerkingen:

Een reactie posten