"Mijn opleiding begint in het vroege voorjaar waar ik alleen aan kom. Het is daar een komen en gaan. Als nieuwkomer kom je bij elkaar in groepjes van vier of vijf. Ik ben de eerste. We komen toch allemaal in het voorjaar in een paar weken tijd. Daar zijn al ouderejaars groepen. In de zomer komt weer een nieuwe groep.
Onze spreektaal is latijn en de meeste studenten zijn fransen.
In het eerste jaar zitten we veel in grote groepen. We doen dan ook veel en lopen veel en gaan naar buiten. Gewoon voelen dat was het doel; het leren kennen, meemaken en opnemen in het systeem.
In het tweede jaar is het buiten meten; gewoon oefenen, voelen, waarnemen en proberen dat wat je voelt te beschrijven en dat wordt dan vergeleken met andere ervaringen of met de ervaringen van de leermeester. We krijgen geen beschrijvingsadvies: ieder moet het met zijn eigen gevoel weergeven en dat wordt niet vastgelegd of aangeleerd.
We nemen ook waar in kathedralen; één die bijna klaar was en bij een aantal in aanbouw van bouwmensen van onze opleiding. Via deze bouwmeesters die net als wij in een pij, een monnikspij lopen, lopen de kontakten. Die kunnen je ook helpen met de vragen of wat je waarneemt uitleg geven. Wij onderhouden daar alleen kontakten met de monniken. Ook had ik voor mijn opleiding al een nieuwgebouwde kathedraal gezien."
tekst uit eigen regressie onderzoek van een middeleeuwse kathedraalbouwer in een kathedraalbouw opleidings school in Zuid Frankrijk,
Geen opmerkingen:
Een reactie posten