Goethe kwam veel in het Fichtelgebirge hij was eens een oude wijze ‘druïde’
van de Schneeberg. Deze ingeving gaf
onlangs de Steinberg in Hohenberg a/d Eger me. Von Goethe was overigens ook een
inspiratiebron voor Steiner en had een eigen theorie over graniet: ik denk zijn
geliefde steen!
In de 18e eeuw had je overigens
twee stromingen in de geologie:
A. Plutonisten; het plotseling
ontstaan uit vuur
B. Neptunisten; en het ontstaan uit
water
Goethe ontwikkelde een nieuwe theorie waar hij twee boeken over heeft geschreven,
ondermeer ‘Uber den Graniet’.
Hij baseerde zijn nieuwe theorie uit de Harz en wilde het bevestigen in het
Fichtelgebirge door zijn bezoek in 1785 aan ondermeer het Felsenlabyrinth in
Wunsiedel. Hij noemt graniet overigens ook “Oergestein’.
Hij introduceert een nieuwe these dat de uiterlijke vormen van
granietformaties komen door Verwitterung;
een langzaam bovengronds proces door weer en wind.
Hij had geen these over de voorgeschiedenis of de ondergrond, waar in deze tijd meer inzicht
over is (zie onder).
In zijn later werk Faust geeft hij
de processen van Pluto en Neptunus vorm. Hij was namelijk eerst Neptunist en later een
Plutonist. Tijdgenoot was een
invloedrijke geoloog prof Werner (overleden 1816) die Plutonist was en in Duitsland veel
aanhangers kende.
Eén steen in Europa’s grootste Felsenlabyrinth
in Wunsiedel, eens net zo belangrijk
als de Externstein, draagt de tekst ‘dem Andenken Goetthis’. Hij
kwam daar graag, vertelde het gebied me onlangs. Hij heeft overigens geen eigen
(ego) tekst laten inhakken, zoals andere prominenten uit zijn tijd graag deden.
De vlakbij gelegen ‘Drei Gebrüder Stein‘
op de noordoostzijde van de Schneeberg
is een hele oude inwijdingsomgeving waar vooral veel aandacht was voor het schouwen
. De stenen vertelden me in december: “
natuurlijk kennen we hem, onze grote broeder van de Natuur. Hij kwam hier vaak
voor waarzeggen. De wijzen gingen er
bovenop zitten. Met een lange boomstam
inkepingen klommen ze zo naar boven.
Mijn recentste waarzegging bij deze stenen:
“Er komen barre tijden, berijd je voor en je
familie; mensen in opstand, oorlog, desaster, maar heb geen vrees, blijf op je plek”.
Volgens de huidige generatie
geologen is graniet in het
Fichtelgebirge 290/320 miljoen jaar geleden ontstaan in Variszische
Gebergte als intrusief gesteente(gevormd
in de aarde). De bergen waren eens 4 – 5 km hoog en kenden een toplaag boven het graniet van Schiefer (Fylliet, Kwartsiet) en marmer. Het gebergte hier was Alpen hoog en
omvangrijk; 1000 x 1000 km . De
bovenlagen erodeerden gemiddeld 0,1
mm/jaar weg en zo komt de graniet in de
ondergrond aan de oppervlakte, dat we nu zo kennen hier in de hoefijzervorm van
het lokale gebergte.
Graniet is ontstaan door Magmablasen van graniet in de aardkorst
(Plutoons) Het stolt kristalliseert en
wordt star op 4 – 5 km diepte bij 50 – 100 graden. Nu is het
ongeveer 4 – 6 km dik in de ondergrond.
Deze blazen hebben wortels- Wurzelzone- waar het uit de diepte komt.
Daar zijn in dit gebied twee
wegen bekend:
a. Oksenkopf/Schneeberg en
Luisenburg aan de rand: een meer dan 8 km diepe wortel en circa 290 miljoen
jaar oud.
Dat voedde via Schneeberg, de Waldstein (2 km dik) en Kornberg (2 km dik)
b. Selb ; 6 km diep, komt boven
en stroomde naar het westen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten