donderdag 3 januari 2019

Johann Wolfgang von Goethe (dichter en natuurvorser 1749 – 1832) een man van het graniet en zijn vorige incarnatie in het Fichtelgebirge als wijze.

Goethe kwam veel in het Fichtelgebirge hij was eens een oude wijze ‘druïde’ van de Schneeberg.  Deze ingeving gaf onlangs de Steinberg in Hohenberg a/d Eger me. Von Goethe was overigens ook een inspiratiebron voor Steiner en had een eigen theorie over graniet: ik denk zijn geliefde steen!

In de 18e eeuw  had je overigens twee stromingen in de geologie:
  A. Plutonisten; het plotseling ontstaan uit vuur
  B. Neptunisten; en het ontstaan uit water
Goethe ontwikkelde een nieuwe theorie waar hij twee boeken over heeft geschreven, ondermeer Uber den Graniet’. Hij baseerde zijn nieuwe theorie uit de Harz en wilde het bevestigen in het Fichtelgebirge door zijn bezoek in 1785 aan ondermeer het Felsenlabyrinth in Wunsiedel. Hij noemt graniet overigens ook “Oergestein’.
Hij introduceert een nieuwe these dat de uiterlijke vormen van granietformaties komen door Verwitterung; een langzaam bovengronds proces door weer en wind.
Hij had geen these over de voorgeschiedenis of  de ondergrond, waar in deze tijd meer inzicht over is (zie onder).

In zijn  later werk Faust geeft hij de processen  van Pluto en Neptunus vorm.  Hij was namelijk eerst Neptunist en later een Plutonist.  Tijdgenoot was een invloedrijke geoloog prof Werner (overleden 1816)  die Plutonist was en in Duitsland veel aanhangers kende.

Eén steen in Europa’s grootste Felsenlabyrinth  in Wunsiedel, eens net zo belangrijk als de Externstein, draagt de tekst ‘dem Andenken Goetthis’. Hij kwam daar graag, vertelde het gebied me onlangs. Hij heeft overigens geen eigen (ego) tekst laten inhakken, zoals andere prominenten uit zijn tijd graag deden.

De vlakbij gelegen ‘Drei Gebrüder Stein‘ op de  noordoostzijde van de Schneeberg is een hele oude inwijdingsomgeving waar vooral veel aandacht was voor het schouwen . De stenen vertelden me in december: “ natuurlijk kennen we hem, onze grote broeder van de Natuur. Hij kwam hier vaak voor waarzeggen. De  wijzen gingen er bovenop zitten.  Met een lange boomstam inkepingen klommen ze zo naar boven.

Mijn recentste waarzegging bij deze stenen:
 “Er komen barre tijden, berijd je voor en je familie; mensen in opstand, oorlog, desaster, maar heb geen vrees, blijf  op je plek”.


Volgens de huidige generatie geologen is  graniet in het Fichtelgebirge  290/320  miljoen jaar geleden ontstaan in Variszische Gebergte  als intrusief gesteente(gevormd in de aarde). De bergen waren eens 4 – 5 km hoog  en kenden een toplaag boven het graniet  van Schiefer (Fylliet, Kwartsiet) en  marmer. Het gebergte hier was Alpen hoog en omvangrijk; 1000 x 1000 km .  De bovenlagen erodeerden  gemiddeld 0,1 mm/jaar weg en zo  komt de graniet in de ondergrond aan de oppervlakte, dat we nu zo kennen hier in de hoefijzervorm van het lokale gebergte.

Graniet is ontstaan door Magmablasen van graniet in de aardkorst (Plutoons)  Het stolt kristalliseert  en  wordt star op 4 – 5 km diepte bij 50 – 100 graden. Nu is het ongeveer  4 – 6 km dik in de ondergrond.

Deze blazen hebben wortels- Wurzelzone-  waar het uit de diepte komt.
Daar zijn in dit gebied twee wegen bekend:
a. Oksenkopf/Schneeberg en Luisenburg aan de rand: een meer dan 8 km diepe wortel en circa 290 miljoen jaar oud.
Dat voedde  via Schneeberg, de  Waldstein (2 km dik) en Kornberg (2 km dik)
b. Selb ; 6 km diep, komt boven en stroomde naar het westen.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten