vrijdag 14 september 2018

Een visie van 'identiteit gebaseerd op werk' naar burn-out



Vraag mensen te vertellen wie ze zijn en ze beginnen meteen over hun werk, zegt filosoof Lammert Kamphuis (35). „In veel andere culturen is dat bizar, daar antwoord je op die vraag door iets te vertellen over je voorouders of religie.” Het bewijst volgens Kamphuis hoe zeer werk onze identiteit is gaan bepalen. „We hebben te hoge verwachtingen van ons werk”, zegt hij. „Je moet je passie vinden en daar je werk van maken. Als je zo’n motto telkens hoort, ga je denken dat dát de norm is.” En volgens de filosoof leidt dat vaak tot onrust. „Mensen denken dat er iets mis met ze is, omdat ze hun werk maar gewoon vinden of omdat ze helemaal niet zo’n duidelijk aanwezige passie hebben.”

„In de Griekse oudheid noemde Plato mensen die werkten voor hun geld ‘zielige loonslaven’ en in de Middeleeuwen werd werk gezien als een straf van God.”

„Pas in de vijftiende eeuw veranderde die negatieve opvatting over werk, met de opkomst van het humanisme.” Binnen die denkwijze was er meer aandacht voor de ontwikkeling van het individu, vertelt Kamphuis. „Mede door de filosoof Rousseau en het romantische denken in de achttiende eeuw, ontstond het idee dat we allemaal een uniek talent hebben en dat het doel van je leven is die gave te vinden en te ontplooien.” Na de Tweede Wereldoorlog volgde een periode van revolutie tegen allerlei hiërarchische systemen, waarvan de strijd voor gelijkheid en seksuele vrijheid voorbeelden zijn. De Canadese filosoof Charles Taylor noemt deze periode het „tijdperk van de authenticiteit”, waarin dat van oorsprong romantische idee van zelfontplooiing veranderde in een massa-ideaal, legt Kamphuis uit. Zelf zag hij de laatste jaren ook nog iets anders gebeuren: het romantische ideaal ging een huwelijk aan met de homo economicus. Zelfontplooiing is bij uitstek iets geworden dat je in je carrière nastreeft

filosoof Lammert Kamphuis: Filosofie voor een weergaloos leven.


Passie en relatie met burn-out
Nu is werk voor een aantal een passie, een weg van zelf ontplooiing, maar ook die kan leiden tot een burn-out.

“Onderzoeker en investeerder Eva de Mol (33)die in 2016 promoveerde aan de Vrije Universiteit en het Amerikaanse Berkeley, onderzocht op basis van data van ruim 1.000 ondernemers, welke factoren bijdragen aan een burn-out. Verrassend genoeg was een van die factoren passie. „Er bestaan verschillende vormen van passie: harmonieuze en obsessieve”, vertelt De Mol. „Mensen met een harmonieuze passie hebben plezier in de verschillende aspecten van hun werk. Ze zijn intrinsiek gemotiveerd, omdat ze passie voelen voor het product dat ze ontwikkelen of de positieve impact die ze hebben op de samenleving.”
Obsessief gepassioneerden maakten de keuze voor hun baan vaker vanwege status, salaris of aanzien. Mensen die obsessief gepassioneerd zijn, hebben sterker het gevoel niet zonder hun werk te kunnen. „Ze presteren minder goed, ervaren meer stress en raken sneller burn-out.” Het verschil is volgens De Mol dat harmonieus gepassioneerden zichzelf meer vrije tijd gunnen, en hun werk daarom beter kunnen combineren met andere zaken in hun leven, zonder zich daarover schuldig voelen.
En dan heeft je mindset ook nog invloed, legt De Mol uit. „We hebben mensen met een growth mindset vergeleken met mensen die we destiny believers noemen.” Ofwel: geloof je dat je in staat bent een situatie te veranderen, en vind je het daarom niet zo erg dat je carrière soms even niet zo lekker loopt, of moet je carrière vanaf de start passend en leuk zijn en denk je dat als dat nu niet lukt, het nooit zal lukken? De Mol: „Het zal geen verrassing zijn dat obsessief gepassioneerden die ook nog eens in de categorie ‘destiny believer’ vallen, nóg sneller burn-out raken.”” 
 Van een harmonieuze passionist  



Geen opmerkingen:

Een reactie posten