Zang, gebed en samenzijn ook in afzondering doet meer dan al dat gepraat over
Een indiaan vertelde me eens dat in de stam een conflict was en elk in de centrale tipi kwam, ook de gast. Lang zaten ze stil bij elkaar en opeens stonden ze op en liepen weer naar buiten. De buitenstaander vroeg: wat is er gebeurd? Zijn indiaanse vriend zei: het probleem is opgelost…
Psalm 53, een lied van koning David, in het Aramees in Gregoriaanse zang voor de paus in een prachtige niet meer in gebruik zijnde kathedraal in Oost Turkije. Deze bouwwerken werden overigens niet voor het woord gebouwd maar voor de verbinding in het magische mystieke met het Geheel. Dat was de toenmalige kunst van het bouwen in de Grote Verbinding met het Al.
Vers 1
De trotse dwaas zegt in zijn boos gemoed:
"Daar is geen God." Zij doven 't licht der rede,
En maken zich, door gruwelijke zeden,
Afschuwelijk; daar is geen mens, die goed
Op aarde doet.
"Daar is geen God." Zij doven 't licht der rede,
En maken zich, door gruwelijke zeden,
Afschuwelijk; daar is geen mens, die goed
Op aarde doet.
Vers 2
God, die het recht met kracht verdedigt, sloeg
Van 's hemels troon Zijn ogen naar beneden
Op Adams kroost, doorzocht hun hart en zeden;
Hij zag, of zich geen mens verstandig droeg,
En naar Hem vroeg.
God, die het recht met kracht verdedigt, sloeg
Van 's hemels troon Zijn ogen naar beneden
Op Adams kroost, doorzocht hun hart en zeden;
Hij zag, of zich geen mens verstandig droeg,
En naar Hem vroeg.
Vers 3
Hij zocht alom, maar ach; Hij vond er geen;
Want alle vlees is trouw'loos afgeweken;
Het land is vol van stinkende gebreken;
Geen sterveling wil 't pad der deugd betreên,
Ja, zelfs niet één.
Hij zocht alom, maar ach; Hij vond er geen;
Want alle vlees is trouw'loos afgeweken;
Het land is vol van stinkende gebreken;
Geen sterveling wil 't pad der deugd betreên,
Ja, zelfs niet één.
Vers 4
Heeft dan dit volk, dat groeit in euveldaân,
Geen kennis? Neen, thans durven die ontzinden
Met gulzigheid Mijn volk als brood verslinden;
Zij roepen op hun godvergeten paân,
Zelfs God niet aan.
Heeft dan dit volk, dat groeit in euveldaân,
Geen kennis? Neen, thans durven die ontzinden
Met gulzigheid Mijn volk als brood verslinden;
Zij roepen op hun godvergeten paân,
Zelfs God niet aan.
Vers 5
Op 't onverwachts zijn zij in angst gebracht,
Want God heeft uw belegeraars doen vluchten.
Hun beend'ren zelfs verstrooid; die u deên zuchten,
Hebt gij beschaamd; want God verwerpt, veracht
Dit boos geslacht.
Op 't onverwachts zijn zij in angst gebracht,
Want God heeft uw belegeraars doen vluchten.
Hun beend'ren zelfs verstrooid; die u deên zuchten,
Hebt gij beschaamd; want God verwerpt, veracht
Dit boos geslacht.
Vers 6
Och daalde 't heil uit Sion spoedig neer
Voor Israël! Als God Zijn volk uit lijden
En banden redt, zal Jacob zich verblijden,
En Israël, al juichend, geven d' eer
Aan zijnen HEER.
Och daalde 't heil uit Sion spoedig neer
Voor Israël! Als God Zijn volk uit lijden
En banden redt, zal Jacob zich verblijden,
En Israël, al juichend, geven d' eer
Aan zijnen HEER.
This is Hauntingly Beautiful
This is Nelly Gasparyan, an Armenian woman singing a prayer in an abandoned cathedral in Eastern Turkey. The song is ‘Lord have mercy’. The Church of the Holy Cross, is located on the island of Akdamar in Lake Van, Eastern Turkey; it was built as a part of a palace and religious complex between 915 and 921 under the direction of King Gagik Ardzruni. In an age of electronic music using microphones, speakers, and even auto tune devices to enhance the voice, this woman?s natural vocals accompanied by the surrounding acoustics of the location create an incomparable sound, now imagine being there in person to experience this. https://www.chonday.com/4919/armewsing3/
Geen opmerkingen:
Een reactie posten